maandag 19 oktober 2015

driekleur 216



Bunny zwaait naar een fitnessfreak met een iPod en lycra schokbrekers die misschien wel terugzwaait, naar een zwart grietje dat op een gele moonhopper over de gazons (respect!) stuitert, naar een halfnaakt schoolmeisje met op haar onderrug een neukplek ter grootte van een biscuitje, die verbazingwekkend genoeg een tatoeage van een sliert of een lint blijkt te zijn (‘Ongelofelijk!’ roept Bunny. ‘Er zit een strik om dat cadeau!’), naar een poedelnaakte griet die een Brazilian wax gehad lijkt te hebben maar, beseft Bunny als hij haar van dichterbij heeft onderzocht, in werkelijkheid een huidkleurige string draagt die als het velletje van een worst deel van haar anatomie is gaan uitmaken, en naar drie amazonegodinnen met dijen als bliksemstralen die in laarsjes van schapenvacht met een bovenmaatse oranjeblauwe strandbal staan te volleyballen (ze zwaaien in slow motion terug). Bunny toetert naar twee verrassend geile potten die hun vinger naar hem opsteken en Bunny lacht en ziet in gedachten voor zich hoe ze lekker met een dildo in de weer zijn, hij ziet een meisje met x-benen en vlechtjes die aan een rood-blauwe Brighton Rock-zuurstok likt (…)

Nick Cave, De dood van Bunny Munro, 25