dinsdag 6 oktober 2015

& 29


SCHUBERT

Ik heb de Winterreise van Schubert ontdekt. Nu pas, de tijd was nog niet rijp. Ik beken dat ik graag luister naar U2 en REM, bij speciale gelegenheden uit de bol ga met de Sex Pistols of zelfs met de Red Hot Chili Peppers, mij regelmatig met wellust wentel in een bad van Beatles en Stones.

Nu is er dus Schubert. Een opname uit 1985. Dietrich Fischer-Dieskau zingt, met goeie ouwe Alfred Brendel aan de piano. Maar laat mij vooral geen snobistische neus opzetten. Net zo weet ik een Bordeaux alleen van een Bourgogne te onderscheiden door op de vorm van de fles te letten, ik moet dus niet aan deze of gene dis beginnen te leuteren over jaartallen en boeketten. Laat de verfijnde analyses maar over aan de deskundigen.

De Winterreise van Schubert. Schrik niet, ik legde ze op tijdens het bereiden van spaghetti. Als dat niet postmodern is! Maar vergeef het mij, wanneer moet ik anders mee met Schubert? Aan tijd mangelt het ons, aan het onvermogen uit eigen beweging stil te staan voor de muziek die ons tot stilstand dwingt. Muziek die troost. Want, bij gebrek aan muzikaal inzicht, is dat voor mij het kenmerk van goede muziek – of ze nu van The Scene is, van Bach, Brassens of Brel. En ik bedenk: al die muziek die ik nog moet ontdekken, van Monteverdi en Coltrane en Burundese trommelaars, vormt zo’n immense hoop troost, dat er genoeg van bestaat om me nergens nog zorgen over te hoeven maken.

Ondertussen beloof ik u de Winterreise een volgende keer in betere omstandigheden en dan écht te beluisteren, bij het genot van een glas wijn. Sommelier, ziehier mijn luxeprobleem: welke cru beveelt u aan bij Schubert?

Gepubliceerd in De Standaard van 6 oktober 1995