donderdag 20 september 2012

Anna Karenina 6

Zesde deel

1 (627)

Op het landgoed van Levin is het deze zomer een invasie: behalve zijn halfbroer de geleerde Sergej Ivanovitsj, zijn ook Kitty’s zus Darja, haar kinderen en gouvernantes en moeder, alsook haar buitenlandse vriendin en halve heilige Varenka te gast. Stepan Arkadjitsj moet werken en komt af en toe voor een paar dagen over. Levin voelt zich bij deze invasie van niet-verwanten een beetje vervreemd. Het lijkt erop dat er zich tussen Varenka en Sergej ‘een zeker iets’ (629) aan het ontwikkelen is.
2 (629)

De vrouwen maken jam en beraadslagen over wat je het personeel het beste cadeau kunt doen. Ze hebben het natuurlijk ook over Varenka en Sergej. Naar aanleiding van het verwachte aanzoek van Sergej, halen ze herinneringen op aan hun eigen ontmoetingen met hun echtgenoten. Ze concluderen dat alle mannen jaloers zijn op vorige liefdes – zoals ook Kitty en Varenka een teleurstelling achter de kiezen hebben. De vrouwen beklagen Anna. Levin komt binnen en merkt dat er onrechtstreeks over hem is gesproken.
3 (635)

Levin, alleen met Kitty op de landweg, voelt ‘het genot van de intieme, van elke zinnelijkheid gespeende nabijheid van een geliefde vrouw’ (635). Ze spreken over Sergej, die volgens Levin niet verliefd kan worden omdat hij helemaal vergeestelijkt is en gelukkig is omdat ‘zijn leven is gewijd aan de plicht’ (636). Levin is ontevreden over zichzelf omdat hij niet volledig voor zijn werk leeft. Dat komt door zijn geluk. Kitty vraagt zich af of Sergej Varenka een aanzoek zal doen. Ze doen de test met de bloemblaadjes.
4 (638)

Sergej is in de ban van zijn bekoring voor Varenka. Hij overweegt wat hem te doen staat. ‘Als ik alleen met mijn verstand zou kiezen, zou ik niets beters kunnen vinden.’ (640) Varenka verenigt in zich alle eigenschappen die volgens Sergej een goede vrouw hoort te hebben. Zijn besluit staat vast.
5 (641)

Het aanzoek komt er niet. In de plaats daarvan beginnen Varenka en Sergej over paddestoelen. Thuis overweegt Sergej dat het maar beter is zo: ‘Hij mocht de herinnering aan Marie niet ontrouw worden.’ (643)
6 (643)

Aankomst van Stepan Arkadjitsj en Vasenka Veslovski, een volgens Levin overbodige gast. Levin ergert zich aan de hypocriete manier waarop Stepan zijn vrouw Dolly begroet: ‘Wie zou hij gisteravond met die lippen hebben gekust?’ (647) En aan de hypocrisie van Sergej: hij weet heel goed dat Sergej Stepan niet kan uitstaan en toch begroet hij hem vriendelijk. En zelfs Varenka’s vriendelijke begroeting van Vasenka Veslovski staat hem tegen. En ook die van Kitty. Levin verlaat het gezelschap, dat hem plots tegenstaat, en gaat werken.
7 (648)

Het gezelschap spreekt met sympathie over Anna. Kitty is gecharmeerd door Veslovski, Levin is jaloers. Terwijl Stepan en Veslovski buiten staan te zingen, vaart Levin uit tegen Kitty. Zij weet hem te overtuigen dat zijn jaloezie ongegrond is.
8 (653)

De heren vertrekken op tweedaagse jacht. Levin vindt, nu hij weet dat hij ten onrechte jaloers is geweest, Vasenka Veslovski nu wel een geschikte kerel.
9 (656)

De jacht. Er gebeurt ei zo na een ongeluk – de kogel verdwijnt in de grond. De jagers reageren schutterig. Vasenka Veslovski doet een stommiteit met de koets en gaat ‘voor straf’ op de bok zitten mennen.
[Als Tolstoj naar een climax toewerkt, dan doet hij dat wel heel opzichtig. Maar komt er wel een climax? Bijvoorbeeld in de vorm van een jachtongeluk?

10 (660)
Levin overpeinst ‘hoe hij van Vasenka verlost zou kunnen worden om ongestoord te kunnen jagen’ (660) en hij ziet hoe Stepan er net zo over denkt. En wat verder houdt hij de richting van Vasenka’s loop in de gaten. Hij herinnert zich ook dat Kitty bij het afscheid zei: ‘Pas op dat jullie elkaar niet doodschieten’ (661).

[Tolstoj doet hier wel zeer nadrukkelijk. Ook door drie keer het woord ‘onwillekeurig’ te gebruiken.
Stepan schiet raak, Levin mist voortdurend, en dat is Vasenka’s schuld. Denkt hij, want als Vasenka even verdwijnt om bij de boeren vodka te drinken, blijft hij missen.

11 (664)
’s Avonds halen de jagers jachtherinneringen op. Stepan vertelt over de rijke kapitalist Malthus. Volgt een gesprek over de oorbaarheid van de manier waarop kapitalisten geld verdienen. Volgens Levin mag je geen geld verdienen zonder ervoor te werken. Maar hij verdient als landeigenaar veel meer dan de boer, die veel harder moet werken: hoe moet dat worden verantwoord? Exit Vasenka naar de wilde boerendochters in de buurt. Levin en Stepan zetten het gesprek nog even verder. Levin krijgt morele bezwaren tegen het feit dat hij geniet van zijn privileges. Stepan gaat Vasenka achterna. Hij geeft Levin de raad zich niet door zijn vrouw te laten beknotten: ‘Een man moet mannelijk zijn’ (669).

12 (670)
Levin vertrekt voor dag en dauw alleen op jacht. Nu verloopt alles veel beter dan de dag voorheen.

[Tolstoj laat de hond Laska nadenken! (673)
13 (674)

Levin keert terug naar zijn vrienden. Er is een briefje van Kitty: de vroedvrouw Marja Vlasjevna is op bezoek.
[Is deze Marja Vlasjevna dezelfde als deze die op (521) genoemd wordt als een van de vrouwen die aanwezig is in de kerk bij het huwelijk van Kitty en Levin?

Er wordt gegeten en de jagers keren terug: moe maar tevreden. Levin is tevreden dat hij de vijandigheid ten aanzien van Vasenka heeft kunnen ombuigen tot gevoelens van vriendschap.
14 (676)

Levin is helemaal niet opgetogen over de voorbereidingen voor de geboorte. Hij is opnieuw jaloers voor wat hij meent te zien dat er zich afspeelt tussen Kitty en Vasenka. Ze hebben het over Anna, ‘en of men de liefde hoger mocht stellen dan de wereldse normen’ (678). Levin barst weer uit in woede, en weer komt het tot een verzoening.
[processie van Echternach!                                                 

15 (680)
Levin besluit in overleg met Dolly om Vasenka het huis uit te zetten. Hij deelt Vasenka zijn beslissing mee terwijl hij een stok kraakt: de agressie wordt gekanaliseerd! De beslissing wordt uitgevoerd en door de anderen met gemengde gevoelens onthaald – maar ’s avonds is de sfeer alweer opperbest.

16 (684)
Dolly reist naar Anna. De reis duurt veertien uur en ze heeft dus tijd om na te denken. Over de kinderen, over hoe haar zwangerschappen haar lichaam hebben verwoest. Het ware misschien beter geweest dat er geen kinderen zouden zijn. Dat is een afschuwelijke gedachte, ‘maar ze kon niet ontkennen dat in deze woorden een kern van harde waarheid school’ (688). Dolly overweegt ook dat ze misschien beter had gedaan wat Anna heeft gedaan, toen het nog kon. Maar nu is ze te oud om haar man te verlaten. Of niet?

17 (689)
Dolly komt aan bij het landgoed van Vronski. Vasenka is nu hier, hij rijdt te paard samen met Anna. Dolly is niet blij met de aanwezigheid van prinses Varvara, een tante van Stepan. Dolly vindt dat Anna er goed uitziet. Zij is ‘onder de indruk van die tijdelijke schoonheid die vrouwen slechts op een moment van liefde plegen te hebben’ (692).

[Een groepje boeren slaat het tafereel gade en levert commentaar als een Grieks koor.
[Het gebruik van dialect, verhaspelde taal, zelfs verhaspeld Frans – prominage (693) – door gewone lieden.

18 (693)
Anna zegt dat ze gelukkig is. Maar als Dolly wat later zegt dat ze haar vriendin is om wat ze is en niet om wat zij zou willen dat zij was, begint ze te huilen. Anna geeft uitleg over de manier waarop Vronski het bedrijf beheert. Ze leven in grote welstand. Anna zegt opnieuw hoe gelukkig ze is en: ‘ik wil niemand kwaad doen behalve mijzelf’ (697).

19 (697)
Dolly vergaapt zich aan de luxe. Ze krijgt Annoesjka als dienstmeisje. Anna komt binnen. Ze heeft weer haar masker op ‘waarmee ze als het ware de deur naar de afdeling waar zich haar gevoelens en diepste gedachten bevonden, afsloot’ (698). Anna stelt voor de tweede keer en even later een derde keer een diepgaand gesprek over haar situatie uit. Dolly merkt dat er in de verhoudingen met het personeel een onaangename sfeer heerst. Anna lijkt als moeder niet bijzonder aanwezig bij haar jongste kind. Anna geeft een summiere toelichting bij elk van de leden van haar hofhouding: ‘Une petite cour’ (701).

20 (701)
Dolly bij prinses Varvara. De prinses zegt dat ze vindt dat het haar plicht is ‘om [Anna] in deze uiterst moeilijke overgangsperiode bij te staan’ (701). Het gezelschap besluit een wandeling te maken en daarna te roeien. Dolly, die Anna bewondert – ‘Zoals dat trouwens vaker voorkomt bij vrouwen met een onberispelijke moraal die de kleurloosheid van hun standvastige leven beu zijn’ (702) –, praat met Vronski over zijn werk op het landgoed en over het ziekenhuis dat hij er opricht. Dolly bewondert zijn enthousiasme en ‘begreep hoe Anna op hem verliefd had kunnen worden’ (706).

21 (706)
Vronski zorgt ervoor dat hij met Dolly alleen is. Hij maakt zich zorgen over Anna. Dolly vraagt zich af of Anna werkelijk gelukkig is. Vronski wil dat Anna de scheiding aanvraagt. Alleen zo kunnen de kinderen die hij met haar heeft zijn erfgenamen worden. Vronski vraagt Dolly Anna hiervan te overtuigen. Dolly beseft dat het moeilijk zal zijn aangezien Anna altijd het onderwerp lijkt te vermijden.

[Het onheilspellende pars pro toto ‘zijn kalende hoofd’ (706).
22 (210)

Dolly bewondert de luxe en de perfecte organisatie van het diner. Anna kwijt zich voortreffelijk van haar taken als gastvrouw: ze probeert iedereen bij het gesprek te betrekken. Dolly vindt het niet zo aangenaam dat Anna koketteert. Ze stelt vast dat Vronski hier veel luchtiger mee omgaat dan Levin, die jaloers was op de minste blik van Kitty. Op een gegeven ogenblik wordt het conservatisme van Levin gehekeld. Vronski vindt dat je je moet inzetten voor de gemeenschap door te zetelen in allerlei besturen. Dolly ziet aan Anna’s reactie dat Anna wellicht vindt dat Vronski zich te veel engageert. Het gezelschap gaat na het eten tennissen. Dolly voelt zich bij dit alles ongemakkelijk.
23 (717)

Dolly probeert Anna de boodschap van Vronski over te brengen. Anna vertelt haar dat ze geen kinderen meer kan krijgen na haar ziekte. Het is niet duidelijk of ze onvruchtbaar is dan wel of ze geen seks meer heeft met Vronski. Blijkbaar gaat ze ervan uit dat zijn liefde voor haar, zeker als ze niet getrouwd zijn, niet zal blijven duren. Hier wordt gesuggereerd dat het huwelijk er is om de tijdelijkheid van de seksuele aantrekkingskracht te compenseren. Door ongehuwd samen te wonen, wordt een heel waardensysteem overhoop gehaald.
[De schroom van Tolstoj om het thema seksualiteit uit te werken, komt de duidelijkheid niet ten goede.

[Voorspelling: ‘ik zal geen kinderen meer krijgen’ (719).
24 (722)

Anna verklaart waarom ze de scheiding niet kan aanvragen. Hoe dan ook zal ze niet verkrijgen wat ze eigenlijk wenst: zowel Vronski als Serjozja. Daarom laat het haar allemaal koud en is ze, zoals ze nu in tegenstelling tot eerder op de dag zegt, ongelukkig. Dit alles werpt voor Dolly een nieuw licht op haar eigen bestaan, met haar man en kinderen. Ze keert vroeger terug. Haar koetsier is niet te spreken over de gierigheid bij Vronski.
[Voorspelling: ‘op de een of andere manier zal er wel een eind aan komen’ (723).

25 (725)
Anna en Vronski leven nu helemaal geïsoleerd. Anna houdt zich bezig met lectuur en met het ziekenhuis. En met haarzelf en haar relatie met Vronski. In die mate dat Vronski, die heel goed bezig is met zijn bedrijf, zich bekneld begint te voelen. De onenigheid bereikt een hoogtepunt wanneer hij wil vertrekken naar de ‘adellijke verkiezingen in het gouvernement van Kasjin’ (727). Vronski voelt dat Anna doet alsof ze het goed vindt, maar hij besluit: ‘In ieder geval kan ik haar alles geven maar niet mijn onafhankelijkheid als man’ (728).

26 (728)
Levin vertrekt ook naar Kasjin. Hij moet er zaken regelen maar hij komt in een administratieve molen terecht. Maar sinds hij gehuwd is, heeft hij geleerd geduldig te zijn. De verkiezingen zijn een kans om een progressievere figuur aan het bewind te laten komen.

[Dit hoofdstuk over de politieke bijeenkomst is bijzonder rommelig geschreven.
27 (732)

Op de verkiezingsbijeenkomst is de adel verdeeld in jongeren en ouderen. Maar die tweedeling verloopt niet gelijk met de verdeling over de oude en de nieuwe partij. Levin begrijpt niet veel van de politieke discussies.
28 (734)

Er wordt zeer hartstochtelijk en niet altijd op een even ordentelijke manier gediscussieerd. De nieuwe partij wint het dispuut. Levin stemt mee maar beseft nauwelijks wat hij doet. Hij is gevoelig voor het aanwenden van emoties in de discussies, meer dan voor de argumenten. De nieuwe partij beschouwt alle stemmers, ook diegenen die dronken zijn, als goede stemmers.
[Tolstoj spot met het politieke bedrijf.

29 (739)
Levin probeert de gasten op het verkiezingscongres te ontlopen. Een van de figuren die net als Levin aan de kant blijft staan, zegt over de verkiezingen: ‘Het is een decadent instituut dat alleen maar in beweging blijft door de kracht van de inertie.’ (741) Ze zijn het erover eens dat ze het landbouwbedrijf alleen maar voortzetten omdat: ‘Het is een soort plicht die je tegenover de grond voelt.’ (742) Ze zullen geen boomgaard kappen om er planken van te maken.

30 (743)
Levin oog in oog met Vronski. Hij zegt over politiek alleen maar knullige dingen die duidelijk maken dat hij er niets van begrijpt. Hij stemt bovendien verkeerd. Hij trekt zich terug in de keuken: bij de bedienden voelt hij zich beter op zijn gemak. Nevedovski wordt tegen zijn zin verkozen.

[Wat wil Tolstoj hier duidelijk maken? Dat als zelfs Levin, die toch boeken schrijft, het niet verstaat, democratie echt niet besteed is aan een domme onderklasse?
31 (748)

Vronski heeft tijdens het verkiezingscongres zijn status aanzienlijk verhoogd – zo blijkt op het diner achteraf – en hij heeft de smaak voor de politiek te pakken. Als hij getrouwd raakt, zo neemt hij zich voor, stelt hij zich de volgende keer ook kandidaat. Enkel bij Levin heeft hij blijkbaar niet kunnen scoren. Vronski krijgt een brief van Anna: ze maakt haar beklag over het feit dat hij nog niet thuis is. Bovendien is hun dochtertje ziek. Vronski vertrekt naar huis, tegen zijn goesting.
32 (751)

Anna is ervan overtuigd dat Vronski’s liefde ‘begint te bekoelen’ (759). Om hem te behouden, begint ze eraan te denken toe te stemmen in een scheiding. Ze beseft dat het hem irriteert dat ze zijn vrijheid beknot. Bovendien is hun dochtertje niet erg ziek. Anna ziet in Vronski’s ogen ‘de koele maar ook de boosaardige blik van een vervolgd en verbitterd man’ en ze beseft: ‘Als dat zo is, is het rampzalig!’ (755) Ze vraagt bij haar man de scheiding aan. Samen met Vronski verhuist ze naar Moskou.