dinsdag 25 mei 2010

mijn woordenboek 267

ALIGNEREN

Bijvoorbeeld bij de groet aan de vlag diende het peloton op zijn voordeligst aan te treden: alle rekruten stelden zich op, werden opgesteld, in rechte rijen en op gelijke afstanden van elkaar. Recht, dat kun je nog min of meer de visu regelen. De naden van de tegels van het exercitieplein zijn daarbij vast en zeker een nuttig hulpmiddel. Maar op gelijke afstanden van elkaar? Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoe kan de rechtse piot nu weten dat de tussenruimte tussen hem en zijn linkerbuur even groot is als de tussenruimte tussen de linkse piot en diens rechterbuur? Je hebt een hulpmiddel nodig. Een lengtemaat. De linkerarm brengt de oplossing. Je strekt hem zijwaarts en als je met je vingers de schouder van je buurman raakt, sta je op de juiste afstand. Dit alignement wordt met robotachtige schuifbeweginkjes uitgevoerd. De linkse man op de eerste rij blijft staan, al wie rechts van hem staat aligneert met zijn linkerbuur. De tweede man moet een paar decimeter corrigeren, bij de meest rechtse man van de eerste rij is de correctie die nodig is al opgelopen tot een meter of twee want je gaat altijd dichter tegen je buur aan staan dan geoorloofd. Alsof je tegen iets beschutting zoekt. Of troost. De linkse man van de tweede rij, die dus achter de ijkman in de voorste rij staat, moet de linkerarm niet zijwaarts maar voorwaarts heffen. Enigszins romeinsegroetgewijs. Zo wordt het peloton niet alleen in de breedte maar ook in de diepte gealigneerd. Het alignement is tweedimensionaal. Nu blijft er natuurlijk wel een klein probleempje bestaan: niet alle armen zijn even lang. Maar het verschil is verwaarloosbaar en wordt dan ook verwaarloosd. Een beetje naar analogie met het niet te aligneren verschil in de derde dimensie, dat veroorzaakt wordt door de verschillende lichaamslengtes. Je zou de grootste al een kopje kleiner moeten maken, maar da’s iets voor het slagveld. Hier gebeurt het niet.

Hier, dat is in mijn herinnering op het exercitieplein van de meest luxueuze kazerne van het land, waarvoor je al een behoorlijk lange arm moest hebben om er als milicien een postje te bemachtigen.