woensdag 5 mei 2010

dag 970 – 100412 – maandag

baraque lecture 63

Het is geleden van de analyses van gedichten door Gerrit Komrij in In liefde bloeyende dat ik nog zo’n krachtig pleidooi voor de poëzie heb gelezen. Het essay Alle poëzie dateert van vandaag van Charles Ducal, uitgegeven als Gedichtendagessay 2010, is een bescheiden maar niettemin zeer hartstochtelijke verdediging van het poëzieonderwijs, met als uitgangspunt: ‘ook al leest maar twee procent van de leerlingen later nog gedichten, iedereen moet de kans krijgen bij die twee procent te horen’. En ook het dictum van W.H. Gombrich speelt mee: ‘Ik geloof niet dat er verkeerde redenen zijn waarom men van een beeldhouwwerk of schilderij kan houden. […] Er zijn wel verkeerde redenen om niet van een kunstwerk te houden.’ Ducal is aanhanger van een soort van pascaliaanse attitude als het op het verdedigen van poëzieonderwijs aankomt: je bent niet zeker of het nuttig is, maar stel dat het dat wel is en je doet het niet, dan heb je toch die kans gemist. Maar natuurlijk is de inzet voor Ducal veel groter dan dat. Met heel wat voorbeelden staaft hij zijn overtuiging dat je vooral moet uitgaan van wat er stáát, hoe onbegrijpelijk het gedicht op het eerste gezicht ook lijkt; dat de emotionele appreciatie door de leerling absoluut niet aan de orde is maar dat het, integendeel, zij het met veel geduld, wel degelijk mogelijk is om ook de verstoktste poëzieonkundigen en poëzieonverschilligen tot het inzicht te brengen dat een goed gedicht in de eerste plaats een vernuftige taalconstructie is die, op een moeilijk te expliciteren manier, fundamentele dingen over de kwetsbaarheid van de mens en zijn vermogen om zichzelf te overstijgen in beeld brengt. Alle poëzie dateert van vandaag moet verplichte lectuur zijn voor al wie poëzie moet onderwijzen en zeker voor diegenen die geneigd zijn toe te geven aan de tendens om de leerlingen zelf de leerstof te laten samenstellen en om, zonder enige weerstand te bieden, uit gelatenheid of gemakzucht, het onderscheid tussen grote kunst en op clichés terende rijmelarij op te heffen.