zaterdag 7 februari 2009

Dag 527 vVH&C

090126 – Vroeg uit de veren. Tussen vier en vijf lees ik Het proces-verbaal van Imre Kertész. En in dat – voortreffelijk geschreven – verhaal trekt een zin, die ik hier inkort tot de hoofdzin, mijn aandacht: ‘De Verlosser […] had me de boodschap gestuurd dat hij […] van plan was mij […] te doden.’ Door de paradoxale inhoud van deze zin – een verlosser die wil doden – dringt het tot mij door dat ik dat woord, ‘Verlosser’, nooit gebruik. Zeker niet met hoofdletter. Het staat niet in mijn woordenboek, het komt niet voor in mijn vocabulaire. Ik zou het hoogstens over ‘God’ kunnen hebben, maar dan enkel ten niet-persoonlijken titel, als het ware. Ik gebruik dat woord wel eens, maar dan niet omdat het voor mij een reële betekenis inhoudt of staat voor een reëel bestaande identiteit doch enkel omdat het nu eenmaal in de culturele context waarvan ik onvermijdelijk deel uitmaak over een, hoe zal ik het zeggen, aanzienlijke staat van verdienste beschikt. Ik kan mij dus indenken dat ik het op een min of meer voor mezelf en voor anderen begrijpelijke wijze over ‘God’ zou kunnen hebben, maar ‘de Verlosser’, neen, dat niet. Ik herinner me niet dat woord ooit te hebben gebruikt – ik maak me sterk dat het hier voor de eerste keer gebeurt. Het woord zou in mijn taalwolk niet voorkomen.

De dag na de inauguratiespeech van Obama bracht De Standaard een artikel met de tot taalwolken herleide speeches van de nieuwe president en enkele van zijn voorgangers. Zo kun je om het even welke tekst door het programma wordler halen, ik meen dat het gratis te downloaden is. (Intussen geprobeerd maar bij mij lukt het niet, ik beschik blijkbaar niet over de juiste programmatuur.) De oefening visualiseert de dominante woorden in een tekst. Dat is verhelderend en misschien in bepaalde gevallen zelfs nuttig, maar even verhelderend zou een taalwolk zijn die aangeeft welke woorden niet in een bepaald discours aanwezig zijn. Dat het woord ‘Verlosser’ voor mij nagenoeg niets betekent, maakt van mij ongetwijfeld een andere persoon dan van iemand die het wel regelmatig bezigt.