vrijdag 22 april 2005

Mijn woordenboek (80)

ABSTINENTIE(VERSCHIJNSEL)
Het kan niet anders of het opvallend coulante beleid ten aanzien van nachtwinkels – waar de illegaliteit in de meeste gevallen nochtans bijzonder opzichtig is, niet alleen in de huidskleur of de leeftijd van het personeel maar ook in de woekerprijzen natuurlijk en de herkomst van de verkochte waren – moet een motivering vinden in de manier waarop met de abstinentieverschijnsels van des bevolkings zwakkere figuren moet worden afgerekend. Vroeger waren er de buurtcafés, maar nu die, mede door toedoen van de alom aanwezige tv-verdoving en natuurlijk ook de veel te strenge promillewetgeving, nu nagenoeg volledig zijn verdwenen, nemen de nachtwinkels de rol van verstrekkers van abstinentiecompensatie over. Dat zit zo. Je zit op een verlaten eiland, je hebt een uur of wat geleden je laatste sigaret er door gejaagd. Of de laatste druppel uit je heupflacon gewrongen. Al naargelang van om welke verslaving het gaat. Je dacht: ik heb nog wel een pakje – of een fles – in mijn bagage zitten, dus het kan geen kwaad. Maar wat blijkt: je hebt je vergist. Je zit op dat verlaten eiland, je hebt net een stevige maaltijd achter de kiezen, je bent al volledig – van kop tot teen – op nicotine ingesteld en dan blijkt… Onmiddellijk word je overvallen door een hevige wanhoop. Dan word je achtereenvolgens woedend, opnieuw wanhopig, gek – je valt ten prooi aan razernij. Je zou maar al te graag een passerende sigarettenbezitter de kop inslaan. Abstinentieverschijnsel. Dáárom worden nachtwinkels gedoogd. Ze zijn gevestigd om de hoek. Je moet geen zee-engte overzwemmen om er bij te kunnen. Gewoon even de schoenen aan en een jas, en twee minuten later ben je terug thuis met het felbegeerde. Nachtwinkels, hoe illegaal ook, drukken massa’s woede, wanhoop, gekte en razernij de kop in. Ze drukken de criminaliteitsstatistieken de kop in. Ze helpen, samen met de tv en andere narcoticaverstrekkers, een deel, het aan nicotine en drank en wellicht nog een aantal andere productjes verslaafde deel, van de bevolking op de vlakte te houden.