Beste JWL,
Je vraagt mij om een bijdrage voor je duizendste aflevering.
Je vraagt mij om je te vertellen waarom ik weblogs lees, en meer in het bijzonder waarom ik jouw weblog lees.
Ik kan beide vragen in één keer beantwoorden want ik lees maar één weblog echt systematisch: de jouwe. Soms zijn er zaken die mij minder boeien (ik zeg niet dat ze minder goed zijn) en die lees ik dan enkel diagonaal. Dat zijn vooral de posts over muziek. Dat is omdat ik met muziek, en zeker met schrijven over muziek, weinig affiniteit heb. Ik hoor wel graag muziek, maar ik bezit niet over de gave om ernaar te luisteren. En zeker niet om erover te schrijven. Maar als het over Nietzsche of over jezelf gaat, dan lees ik het wél.
Waarom lees ik je blog? Omdat JWL een vertrouwde stem is geworden, intussen. Omdat ik JWL één keer in levende lijve heb ontmoet en ik ervaar het lezen van zijn blog als een voortzetting van die ontmoeting. Omdat JWL iets van dat verre Nederland bij mij binnenbrengt (iets ánders dan die eeuwige ‘uitdieping van de Westerschelde’ of de ‘koffiehops’ of ‘Geert Wilders’). Omdat ik vind dat wat JWL schrijft een hoog niveau haalt, erudiet is, vrij goed geschreven is, vaak interessant is. En omdat er een zweem over die blog hangt die mij heel erg bevalt. Iets persoonlijks dat net gesloten genoeg blijft om niet vrijpostig te zijn.
(Vrijpostig, dat is wel een goed woord in verband met blogs.)
En ik lees JWL, laat ik daar niet flauw over doen, omdat ik mij door hem gevolgd weet en ik vind het dan ook maar normaal dat ik me diezelfde moeite getroost – al zal het voor jou, Jan-Willem, veel meer moeite kosten want ik schrijf meer en vaker op mijn blog dan jij dat doet op de jouwe.
En dan is er nog onze briefwisseling, natuurlijk. Brieven naar Bunnik – Brieven naar Brugge. Ik ben blij met dat initiatief, tevreden over het totnogtoe behaalde resultaat en ik hoop dan ook dat we daar nog een tijdje mee kunnen doorgaan en dat de brieven een zekere kwaliteit blijven halen.
JWL, is dit een antwoord op jouw vraag? Ik wens je toe dat je de energie en de moed vindt om ook na de duizend nog een tijdje door te gaan. Het is beslist de moeite waard. Het is goed dat je wat je schrijft aan een aantal mensen voorlegt. Enkele tientallen. Dat lijkt niet veel, je bent er al een paar keer door ontmoedigd geraakt. Maar wat is het verschil met enkele duizendtallen? Ook al zijn het er maar twintig of vijftig, daardoor bestaat wat je schrijft méér dan indien je het niet via je blog openbaar zou maken – want als je dat niet zou doen, zou het helemaal niet bestáán. Ik maak me zelfs sterk dat je veel van wat je schrijft zonder blog niet eens zou schrijven.
Ten slotte dit: voor mezelf ben ik er steeds vaster van overtuigd geraakt dat de zin van het schrijven in het schrijven zelf hoort te liggen. Of preciezer: in de vreugde die je bij het schrijven ervaart. Wat er verder mee gebeurt, dat is iets anders. Een ding is zeker: zonder die vreugde kom je nergens.
Nog één dingetje over de lay-out van je blog. Je verandert regelmatig. Maar het blijft altijd mooi en smaakvol. Sober en grijs. Overzichtelijk en zeer handig in het gebruik. Ik houd daarvan. Je zegt al evenveel iets over jezelf – over wie je bent en over wie je wilt zijn – in de opmaak van je blog.
Heb ik vragen die ik je zou willen stellen? Hoe je schrijft, of je teksten laat rusten, of je ze herwerkt, of je vaak in laatste instantie jezelf censureert, in hoeverre je private kwesties toelaat… Ja, die veeleer praktische zaken zijn interessant. Of je niet eens droomt van een groter werk, iets op papier, ja een echt Boek… Daarop antwoord je zelf in je notitie # 992. Ik zou willen weten hoe je je leesprogramma, dat je ons sinds enige tijd laat inkijken, opmaakt. En of je vaak reacties krijgt en wat je ermee doet. En of je zelf vaak andere blogs leest.
Tot spoedig! Ik schrijf binnenkort mijn antwoord op jouw brief naar Brugge.
Hartelijke groeten,
Pascal