Om half 6 wakker uit een droom:
Droom # 19
We hebben tickets voor een voorstelling in de schouwburg. Ik denk: S heeft de tickets bewaard maar zij heeft enkel haar eigen ticket. Het mijne is onvindbaar. De ouvreuse laat zich maar moeilijk vermurwen. Uiteindelijk betreed ik, enigszins wederrechtelijk, onze loge. Ik kruip, om te vermijden dat ook maar iemand voor mij zou moeten rechtstaan, over de stoelen tot helemaal vooraan bij de balustrade, waar onze twee plaatsen zijn. Ik neem plaats en vind meteen mijn ticket in mijn borstzak. Het concert begint met die idiote hymne ‘Vlaanderen boven’ van Raymond van het Groenewoud. S komt naast me zitten. Intussen is gebleken dat onze loge helemaal niet hoger is dan het parterre. Integendeel: we zitten zo laag dat we ónder het niveau van het podium zitten – we zien dus niets van wat zich daarop afspeelt. S gaat terug naar achter om een programmaboekje te kopen. Dat blijkt een uit te kluiten gewassen, door het Mercatorfonds uitgegeven receptenboek te zijn.
* Ik kijk naar de loop van het journaal en de voetbaluitzending. Daarna: Robert Frank: hoe hij tot de vaststelling is gekomen dat fotografie méér kan zijn dan dat ene, afgewerkte beeld. Je kunt reeksen maken, of installaties met foto’s of stukken van foto’s. Enzovoort. Er kan een interactie met woorden ontstaan. Woorden als bijschrift. Woorden als opschrift: óp de foto’s en zelfs – ingekrast – op de negatieven. Of foto’s ván woorden, die op andere dragers zijn aangebracht. Een boeiend essay daarover. * Naar de bakker, ik loop even door tot aan het strand en maak op de dijk enkele foto’s: het laag invallende licht, de beslagen glazen windschermen.
* Ik word op de stoep voor de bakkerij vriendelijk aangesproken door een dame, schrijfmap in de hand. Wanneer ben ik hier aangekomen? Waar heb ik overnacht? Met hoeveel personen ben ik hier? Wanneer vertrek ik weer? Ik antwoord heel precies en de vrouw noteert alles. Ze wenst mij vriendelijk ‘nog een prettige dag verder’. * Na het ontbijt vertrekken we naar Nieuwpoort voor een wandeling op het staketsel en rond de invaargeul van de jachthaven. We laten ons overzetten naar de oostkant. Prachtig weer. Zon, blauwe hemel, nagenoeg windstil. Met het hele kleine beetje bries dat er toch is, aangevuld met motorkracht, varen zeilboten de geul uit.
Een moment van totale rust en tevredenheid. Op het staketselhoofd blijven we een tijd naar de uitvarende boten kijken. We spreken over vrijheid. Het is zondagvoormiddag in Nieuwpoort, en we spreken over vrijheid en we zijn gelukkig. * Terug in De Panne eten we tong met prei en aardappelen, lees ik wat in de briefwisseling Hesse/Mann en worden er meiklokjes geplukt in de tuin om mee te nemen naar Brugge. * […] * […] * […] * In de Maalse kijken we nog naar een portret van de gebroeders Dardenne (‘Je wordt mens als je verantwoordelijkheid opneemt’) en naar een aflevering van Het Bourgondisch Complot. Altijd veel plezier met dat programma.