090501 – 6.30: wandeling door het nog verlaten Riva del Garda * na het bezoek aan de bakker aan de viale Roma zie ik hoe het leven op gang komt: het kringelende verkeer aan de rotonde, de bussen met schoolkinderen die uit het noorden in de stad aankomen, fietsen die freewheelend, want afdalend, de stad in bollen * 7.45: ontbijt * Mann, Roem en verliefdheid * […] * wandeling in Varignano, het eerste dorp waar F heeft gewoond; E zegt dat ze zich hem in een van de twee bars die hij er vaak frequenteerde – hoewel het al meer dan twintig jaar geleden is – nog herinnerden * we gaan een eind de berg op en slaan een praatje met een olijfboer die ons in zijn Fiat Panda nog een eindje hoger voert om ons een vierhonderd jaar oude olijfboom te tonen; de boeren brengen de oogst binnen en per honderd kilo moeten ze, als ik het goed heb onthouden, € 17 euro betalen voor de persing; per honderd kilo hebben ze een ‘kilo’ of tien-twaalf olijfolie: dat is de eenheid van olijfolie; één kilo olijfolie is 1,1 liter want olie is lichter dan water – wat het bovendrijfeffect verklaart; enfin, het is een hele uitleg van een man die blijkbaar zeer bereid is om over zijn stiel te praten en dat is op zich al een aangename ervaring * naar het rusthuis in Arco waar F zijn laatste twee jaar heeft doorgebracht; in de kelder liggen zijn laatste spullen: wat een schamel hoopje; we nemen een strooien hoed mee, een mouton retourné, een pocketje met gedichten van Gezelle, een anthologie met Duitse heimatliederen onder de enigmatische titel Des Knaben Wunderhorn, een stapeltje zakdoeken, de radio-plus-cd-speler die E hem een paar jaar geleden heeft geschonken – de viltjes op de eject- en playtoets, nodig om ze te vinden, hangen er nog aan vast * een paar personeelsleden van het rusthuis zeggen iets over F: […] * we rijden naar Massenza waar we ons bevoorraden bij een olijfolieboer: de olie die we mogen proeven smaakt voortreffelijk *
in pizzeria Due Laghi eten we forel
[…] * ik stuur een bericht naar I en krijg later op de dag een heel mooi antwoord; terug in het hotel doe ik even mijn ogen dicht * […] * Mann, Roem en verliefdheid * de plechtigheid in het rusthuis: een mis voor de overledene in de kapel en daarna nog een gebedswake in het mortuarium bij de open kist; de lezing is Mt 25:1-13, de parabel over de wijze en de dwaze maagden; Dio è Luce * […] * […] * wanneer alles achter de rug is, vertrekken we voor een viereneenhalf uur durende rit richting Pedenosso nabij Bormio, waar we rond de klok van elf aankomen na een nachtelijke rit via Verona, Brescia en vervolgens de bergen in * A ontvangt ons alleraardigst maar ook hij is de voorbije dagen niet ongeschonden doorgekomen: […] * hoewel A bij het goedenacht wensen zei dat hij altijd heel mooie dromen heeft over zijn kindertijd op de Alpenweiden, word ik ’s nachts wakker van geschreeuw en een heel vertellement waar ik verder geen touw aan kan vastknopen – maar dat het niet over vredige Alpenweiden gaat, is wel duidelijk