Heel goed stuk over Carmiggelt. Ik herinner me ook vaag een ontevreden gevoel bij het lezen van dat stukje. Je zou natuurlijk willen dat het altijd schitterend is en dat elk element noodzakelijk is.
En toch...
Die man met de gieter en die vrouw voor de spiegel spelen toch hun bescheiden rol. Eerst en vooral in de opsomming van tafereeltjes die men gadeslaat tijdens een avondwandeling – om dan halt te houden bij het derde venster. En misschien en bovenal als illustratie van de menselijke wanhoop en vechtlust: de man geeft water aan dode planten en de vrouw neemt voor zover ik me herinner combattieve poses aan voor de spiegel (ook al heeft zij ‘iets gescheidens’ over zich). De menselijke soort is aan het knokken! Maar misschien zal het niets uithalen zoals zijn vroegere pianolessen ook niets opleverden. Dus is er wel een samenhang. Maar je hebt gelijk wat de slordigheid betreft en het mankeren van een groter geheel. Sfeerschepping kan in een column – moet dwingend of noodzakelijk zijn in een roman.
Carmiggelts ambitie en kunst lagen nu eenmaal in die stukjes.
S.