woensdag 19 november 2008
Het bestáát (45) / Droom # 14
081108 – En dan opeens herinner ik mij een droom van een dag of drie geleden. Ik ben in de tuin van mijn ouderlijk huis in de Populierendreef. Mijn dierbaren zijn binnen. Ik hoor eerst een vliegtuig, en zie het dan laag overvliegen. Zeer laag. Het maakt een rare zwenking, scheert over het huis, verliest plots veel hoogte, probeert zichzelf nog aan de zwaartekracht te onttrekken, maar stuikt dan, neus naar beneden, naar de grond. Mijn fascinatie haalt het van het besef van gevaar en ik blijf kijken hoe op nauwelijks tweehonderd meter afstand een enorme vuurbal ontstaat. Dan komt een groot stuk motor in mijn richting gevlogen – als in een vertraagde film, waardoor ik nog de tijd heb om dekking te zoeken achter het huis waar ik ben opgegroeid. Dat huis ontsnapt ternauwernood aan de vernieling want ik zie nog hoe de grote brok gloeiend metaal rakelings over het dak zweeft. Het zal ergens achter mij te pletter slaan.