Onze beschaving die zo nodig met neutronenbommen en kernkoppen verdedigd moet worden tegen de barbaren wordt in feite alleen maar gedragen door een handjevol kunstenaars die verkommeren. Zonder die duizend, tweeduizend mensen die gedichten maken, schilderijen, muziek, kranten – de hele culturele verschijningsvorm van een samenleving – verschilde ons land in niets van de staten waar men zich zo nodig tegen moet verdedigen.
Gerrit Komrij (in 1981), De buitenkant, 86 (De Arbeiderspers, 1995)