AANTREKKELIJK
Wie iets of iemand aantrekkelijk vindt, aarzelt. Hij heeft het over niet meer dan een mogelijkheid, hij spreekt in de voorwaardelijke wijs. Het zou mij wel kunnen interesseren, zegt hij. En datgene wat mij nu aantrekkelijk lijkt, is hoogstens een optie. Niet een optie om ervoor te kiezen, maar een optie om die keuze in overweging te nemen. Het aantrekkelijke verleent de aarzeling alvast een zweem van spijt. Het aantrekkelijke is onweerstaanbaar omgeven door melancholie. In het aantrekkelijke sluimert al de rouw om alweer een niet gerealiseerde mogelijkheid. Tussen het aantrekkelijke en het onweerstaanbare worden, bij het onstuitbare oversteken, de rede en de wil in een niet te dempen kloof gedumpt. Dan worden de gevolgen niet overzien.