donderdag 2 december 2004

Mijn woordenboek (43)

AANSTELLEN
De persoon van wie de aansteller iets wenst te verkrijgen is, zoals iedereen, gesteld op authenticiteit. Dat is echter precies wat aanstellerij niet in de aanbieding heeft. Aanstellen is: gebruikmakend van onechte emoties iets willen bekomen. Het kind dat met traantjes alsnog bij dat stuk chocolade wil geraken dat op onbereikbare hoogte op de kast ligt. Het eigene van emoties, van échte emoties, is nu net dat ze níet doelgericht zijn. Hierdoor maakt de aansteller het conflict waaruit zijn aanstellerij is ontstaan alleen maar erger. Er was geen overeenstemming (‘Neen, jij krijgt geen chocolade’), en nu is door het onauthentieke de kloof helemaal niet meer te overbruggen. Tenzij de persoon van wie de aansteller iets wenst te verkrijgen zichzelf bedriegt door in te binden. Meestal, overigens, is het niet een stuk chocolade bovenop een kast waar het de aansteller om te doen is, maar gewoon aandacht. En ook daar misrekent hij zich. Alleen de aandacht die we níet afdwingen is de moeite waard. Aanstellerij berust met andere woorden op een miskenning van de waarde van echte erkenning. Op zelfbedrog dus. Aanstellerij is een op valsheid gebaseerde tactiek, die er in bestaat dat met valse emoties iets wordt bekomen dat uiteindelijk vals blijkt te zijn. De met aanstellerij verkregen chocolade is nooit graag gegeven en kan nooit goed smaken.