241026
SCHRIFT
G. had het mij de vorige keer dat wij elkaar zagen beloofd, hij voegde vandaag de daad bij het woord. Hij haalde de plastic zak boven waarin hij de al vele jaren zorgvuldig bewaarde jaargangen van het eenmanstijdschrift had bewaard. Toen ik er thuis even in bladerde, voorzichtig het fragiele en al wat bros geworden papier manipulerend, besefte ik dat ik dit nooit zou lezen en dat ik hoogstens op mijn beurt een doorgeefluik zou worden – waarbij de gedachte aan sterfelijkheid en vergeefsheid die mij al had bekropen toen G. afstand deed van het pakket mij opnieuw overviel.
Want waarvan was ik nu de nieuwe hoeder? Wat stak er allemaal in die plastic zak? – een wel erg statusverhogende plastic zak overigens want met het logo erop van de Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen in Düsseldorf, maar dat terzijde.
Hier volgt een summiere inventaris:
– het nummer 11 van de tweede jaargang (oktober 1970) van het aanvankelijk tweemaandelijkse tijdschrift ‘Totems/Schrift’, met toen nog in de ‘redaktieraad’ (sic) Daniël van Hecke, Herman J. Claeys, Mark Dangin, Jan Emiel Daele, weverbergh, Daniël Robberechts en Hans Plomp;
– de nummers 12 tot en met 27 (april 1972 tot juni 1976) van het nu ‘Schrift’ geheten eenmanstijdschrift van Daniël Robberechts (hij zou het nog tot 1988 volhouden);
– een uit elf bladzijden (doorslag van getypt manuscript, pagina’s 117 tot en met 127) bestaand fragment van Robberechts’ Praag schrijven, corresponderend met de bladzijden 154 tot 167 van het gelijknamige, in 1975 bij De Bezige Bij verschenen boek. De doorslagen beginnen en eindigen abrupt, midden in de tekst; ik vermoed dat Robberechts zijn manuscript uiteengehaald heeft in evenveel delen als hij abonnees had voor zijn tijdschrift en aan hen als een extraatje bij een nummer heeft bezorgd.
Daniël Robberechts maakte in 1992 op 55-jarige leeftijd een eind aan zijn leven. In 1994 verscheen postuum zijn ‘totaaltekst’ T⊗T – ik schreef daar destijds een vrij uitvoerige beschouwing over (https://pascaldigital.blogspot.com/2022/09/daniel-robberechts-tt-nagelaten-werk.html) en vraag me nu af hoeveel mensen dat boek helemaal, tot en met bladzijde 1080, hebben gelezen. Na 1994 trad een stilte in, die nu al dertig jaar duurt.
Ik beloof G. de documenten goed te bewaren en in elk geval niet verloren te laten gaan. Ik geef ze een plaats, in de oorspronkelijke statusverhogende verpakking, achter mijn rijtje robberechtsiana.