zondag 19 maart 2017

driekleur 296



Albert stond op. Hij keerde me enkele ogenblikken zijn rug toe; hij opende een lade van de goud met zwart gelakte schrijftafel. Hij keerde terug met een papier dat eens karmijnrood was geweest; nu was het roze, dun en met ruitjes.

Jorge Luis Borges, ‘De tuin van de paden die zich splitsen’, in De Zahir, 141