9 mei 2014
dag 11.3
De tegenwind (mistral?) wakkert aan tot 60 per uur en meer, zo
heb ik deze ochtend vernomen in la météo van
het onvolprezen programma Télé Matin op
Antenne 2. Daar zou een mens al eens van aan Boudewijn de Groot beginnen te
denken. Inkopen doe ik in Coursan, op 5 kilometer van Narbonne, de stad waar ik
in 1983 een fietsreis aanvatte die me tot in Libourne, vlakbij Bordeaux, zou
voeren en die ik deze keer niet zal aandoen. Ik kom aan de kassa van de
groente- en fruitwinkel achter drie oude vrouwen te staan. Een leverancier komt
binnen met een lading appelsienen. Ah,
toute une bande de jeunes filles! De vrouwen, al lang niet meer en fleurs, gniffelen. Eentje wijst naar
de lading. Elles sont fraîches? Maar
mevrouwtje toch, tien minuten geleden hingen ze in Spanje nog aan de bomen!
Ik zit, uiteraard, in de schaduw en realiseer me waarom hier
op de pleinen en op openbare perkjes overal platanen staan. Omwille van de
schaduw die zij werpen, natuurlijk. Maar: platanen zijn toch niet meteen nadat
ze geplant zijn groot genoeg om schaduw te werpen?
De streek die ik doorkruis, werd recent
geteisterd door zware overstromingen, blijkbaar. Borden van de région maken duidelijk dat men een soort
van deltaplan aan het uitvoeren is. Rond een van de dorpen die ik aandoe wordt
een heuse dijk gebouwd. En hier en daar staat bij bruggen over nu volledig
droogstaande beekjes: Ce pont a été
reconstruit après les inondations de 1999.