9 mei 2014
dag 11.6
Observaties langs de weg, dingen die je niet kunt verzinnen.
Onverwachte combinaties van totaal disparate feitelijkheden.
Ik stop ergens – ik weet niet meer waar precies – bij een
bakker om een aankomende honger te vlug af te zijn. Gebak, dat doet me in
verband met fietsen altijd denken aan Roger De Vlaeminck, mijn jeugdidool. De
Vlaeminck pochte ooit dat hij op training steeds bij bakkers stopte en dan tot
zes of acht (weet ik niet meer precies) éclairs
naar binnen werkte. Ik was voor vrijbuiter Roger De Vlaeminck, die ooit
groots en eerlijk toegaf dat hij dankzij
Eddy Merckx zoveel koersen had gewonnen. De nog betere had hem tot grotere
hoogten gestuwd, had hem, met andere woorden, er niet toe bewogen het dan maar voor gezien te houden. Dat is een
houding die ik zeer waardeer – er kan er hoe dan ook maar één de beste zijn.
Overigens was ik zeker geen merckxist,
‘de kannibaal’ won gewoonweg veel te veel en kon dan nog niet eens tegen zijn
verlies! Hij was een slechte verliezer, zocht altijd naar een redelijke
verklaring. De Vlaeminck was een spotter, hij lachte het weg.
Ik slik mijn laatste stuk citroentaart door, sta op, gebaar
naar de bakkerin dat het gesmaakt heeft, stap op mijn fiets en rijd, blij met
deze anekdote, westwaarts weg, in de richting waaruit ik niet gekomen ben.