zondag 9 december 2012

schrikkel 327

Tegenover een park wonen heeft onmiskenbare voordelen maar dan zijn er – zoals een geleerde voetballer met zeer christelijke initialen al wist – onvermijdelijk ook nadelen aan verbonden en een ervan is dat parken behoorlijk luidruchtig kunnen zijn. En dan heb ik het helaas niet over het zomerse ochtendgefluit van onze gevederde vrienden en ook niet over de gettoblasters waarmee de plaatselijke hangjongeren hun outdoor drankverbruik luister bijzetten en zelfs niet, al valt het mij al wat lastiger om het daar niet over te hebben, over de talrijke luidruchtige festiviteiten die in het park worden georganiseerd: ik ben vóór het versterken van het sociaal weefsel in de buurt, maar men moet zich toch eens afvragen waarom dat tegenwoordig altijd met tot schier ondraaglijk volumes opgeschroefde popmuziek moet gaan. Maar goed. Neen, ik heb het over de talrijke onderhoudsbewerkingen in het park die met lawaai gepaard gaan en in de herfst zijn dat, achtereenvolgens, het met een blazer verzamelen van de geruisloos afgevallen bladeren, het met een grote zuiger verwijderen van het op die manier op hopen opgeblazen kruinafval, en vervolgens het opschrobben van de parkeerstrook naast het park met een met twee cirkelvormige schuurborstels uitgeruste schrobmachine. Elke bewerking neemt minstens een halve dag in beslag – en laat dat dan uitgerekend de halve dagen zijn dat ik thuis ben.