vrijdag 12 oktober 2012

schrikkel 270

Als ik de auto heb achtergelaten bij J. of P., die hem ook gebruiken, en vervolgens naar het station stap, of omgekeerd, moet ik door de parktuin van de psychiatrische kliniek Onze-Lieve-Vrouw. Daar trof ik deze met breigoed omzwachtelde paal aan. Bizar. De paalpull leek mij nauwelijks geschikt om pijnlijke botsingen te verzachten. Of had de paal koud? En de andere palen, zonder pull, dan weer niet? Ook het artistieke streepjespatroon trof mij. De opeenvolging donkerblauw-roze-lichtgrijs-roze-wit-roze werd telkenmale hernomen. Met zeg maar een licht neurotische herhalingsdwang. Ik nam een foto van dit vreemde fenomeen en stapte voort want mijn trein wacht niet op lieden die vaak stilstaan. En dan begon ik ze te zien – en besefte ik dat ik het in het eerste gedeelte van het park niet had opgemerkt: verkeersborden met een muts, nog palen met een gebreide jas, boomstammen met een flinke sjaal. Zoveel was zeker: ik was in de tentoonstelling van het breiatelier terechtgekomen. Gekkenwerk? Jazeker. Maar ’t gaf het anders zo treurige park een vrolijke toets.