zaterdag 27 oktober 2012

los ingeslagen 29

23 september 2012

Gisteren maakte op de radio een reclamemaker zijn beklag dat Vier de reclame ‘te cynisch’ brengt. Het is de bedoeling dat reclame onderhuids blijft, dat de consument haar onbewust te verwerken krijgt. Er met ironie en grapjes – ‘Hoera, reclame!’, waarbij in dat hoera natuurlijk ook de connotatie van zich prostitueren meezindert – op een averechtse manier de aandacht op vestigen – zo van: jullie weten allemaal dat reclame een noodzakelijk kwaad is voor een commerciële zender, slik nu maar even die bittere pil door –, dat kan dus niet volgens die reclameman. En in zijn opmerking klinkt al het ultimatum door aan het adres van Vier: jullie zullen het anders moeten aanpakken of jullie zullen eens zien wie er werkelijk de touwtjes in handen houdt. Hij zegt het zelfs letterlijk: ‘Dat zullen ze toch eens moeten herbekijken!’
Het is duidelijk: Woestijnvis botst hier op de grenzen van het studentikoze, nu wordt het serieus. Ironie slaat, in deze door salesmanagers en adverteerders geregeerde wereld, om in cynisme. Die commerciële wereld houdt niet van meerduidigheid. De humor en fratsen die hij in zijn boodschappen gedoogt – reclame- en andere boodschappen, maar het onderscheid is steeds moeilijker te maken – moet duidelijk zijn en vrij van alle subversiviteit. Woestijnvis zal zich hiernaar moeten schikken – en zal, zoals alle vissen in de woestijn, naar adem moeten happen. De fata morgana is voorbij.