vrijdag 10 juli 2009

dag 681 – 090628 zondag

baraque lecture 7
Onze kinderen lezen niet meer omdat het hun niet verboden wordt. In het bijwijlen heerlijke boekje Chagrin d’école vertelt Daniel Pennac hoe hij als kind tot lezen kwam, hoe hij op den duur hele bibliotheken verslond. Á l’époque, zegt hij want hij is gepensioneerd leraar en dus is het lang geleden waarover hij vertelt – indertijd had lezen nog niet de status die het nu heeft. Het werd stomweg beschouwd als tijdverlies en dus werd deze bezigheid zeker niet aangemoedigd, om niet te zeggen dat ze categoriek werd verboden. Lezen was een clandestiene activiteit. Je deed het in boeken die gekaft waren in schoolschriftpapier; je deed het verborgen achter een zetel, of ’s nachts onder de lakens, bij het zwakke en al vlug tanende licht van een zaklamp. Pennac vertelt dat hij tot lezen kwam doordat hij gecharmeerd was van de houding, de fysieke houding van de lezenden: de ontspannenheid, de rust die zij uitstraalden. Au fond, c’est la physiologie du lecteur qui m’a poussé à lire. Waarmee hij aangeeft dat al dat leesbevorderingsgedoe wellicht niet veel uithaalt: het kind voelt zich op een nogal irrationele manier aangesproken door iets wat, strikt genomen, met de activiteit zelf niets te maken heeft. Je kunt zijn aanleg tot het lezerschap niet organiseren. En vervolgens heeft Pennac het over wát hij las, een korte leesgeschiedenis in anderhalve bladzijde: van de sprookjes van Andersen, over Oorlog en vrede (verschillende keren, eerst voor de slagveldbeschrijvingen, later voor de karakters en de filosofische draagwijdte), tot de ‘grote auteurs’: Dickens, Dostojewski… Maar ook de strips speelden hun rol: Tintin, Spirou… Pennac vertelt dat hij las en las en las… En het meeste wellicht al even snel vergat als hij het las. Maar: J’ignorais, en les lisant, que je me cultivais, que ces livres éveillaient en moi un appétit qui survivrait même à leur oubli. Hij legt met zijn omnivore leeshouding met andere woorden een vruchtbare laag, een humusbodem waarin uiteindelijk vier basisboeken, vier open deuren op de wereld zoals hij ze noemt, wortel zouden schieten: Les liaisons dangereuses, Á rebours, de Mythologies van Barthes en Les choses van Perec.