vrijdag 31 juli 2009

dag 702 – 090719 zondag

Een natuurdocumentaire van de BBC. Het is eeuwen geleden dat ik nog eens naar een natuurdocumentaire heb gekeken. Een mens zou het meer moeten doen. Deze gaat over de jaarlijkse trek van de bultrug, over meer dan vijfduizend kilometer, van Hawaï naar de kust van Alaska. Niet dat de bultrug het in Hawaï niet naar zijn zin heeft, maar daar in het hoge noorden is er in de zomer flink wat haring voorhanden – en dat lust de bultrug wel.

Haring is maar een statie in de voedselketen die uitmondt in de maag van de bultrug. Helemaal onderaan staat het plankton, dat in de bloei van zijn bloei het hele noordelijke deel van de Stille Oceaan groen doet kleuren. Zoals de kuit van de haring over honderden kilometer de kusten van Alaska wit doet kleuren.

Filmen kunnen die mannen van de BBC wel. Je ziet zo’n school haringen, een samengeklitte, glinsterende bom van angst die langs onderen wordt belaagd door duikende zeekoeten en langs boven door zeemeeuwen, die tot een meter diep het water in kunnen. Boven- en onderaan worden glimmende haringindividuen weggeprikt. De schade blijft beperkt, denk je, er blijven er nog wel een paar duizend over in die school – tot dan, geheel onverwacht, van rechts zo’n bultrug met opengesperde muil het beeld in komt geschoven en meteen de hele school weghapt.

Een bultrug eet per dag één ton haring.

En zo zijn er een paar honderd bultruggen. Ze jagen ook in groep. In groepjes van een stuk of tien. Eén wijfje neemt de leiding. Zij is gespecialiseerd in bellen blazen. Ze duikt naar de diepte, tot onder de geviseerde haringenschool, en vangt deze school in een cirkelvormig net van uitgeblazen bellen. De vissen raken in paniek, maar blijven een wervelende ballroombol vormen. En dan slaan de negen andere bultruggen toe. Dat gaat met veel gespat en geproest gepaard.

En zo gaat het al eeuwen. Van Hawaï naar Alaska en terug, en geavanceerde jachttechnieken ontwikkelen. Ondertussen klooit de mens wat aan en verwart voortgang met vooruitgang (Japin, Zoals dat gaat met wonderen, 163). Maar mij lijkt het dat hij meer verwant is aan de haringen dan aan de bultruggen.