woensdag 15 april 2009

Dag 596 vVH&C

090411 – Vertrek om kwart voor negen naar Calais. We zijn ruimschoots op tijd voor de veerboot van kwart voor elf. Door het mistige Kanaal over te steken, winnen we een uur. Op de boot dringt de extreme materialiteit van het tuig waarmee wij varen tot mij door. Dat komt wellicht doordat wij, door de mist, niets anders zien dan de romp wanneer wij over de reling kijken. Het is alsof wij op onszelf worden teruggeworpen. Ik denk ook aan de bommenwerperpiloten die, na een lange raid over Duitsland, uitkeken naar de white cliffs. Die duiken pas heel laat, vlak voor we de haven binnenvaren, uit de mist op. Aankomst in Dover omstreeks half twaalf plaatselijke tijd.

We eten een English breakfast in een op dagjesmensen mikkend restaurant nabij het keienstrand van Hythe.

Alles ademt Amerika in het etablissement: de muziek, de foto’s van Elvis, de vlaggen met sterren en strepen, de nummerplaten uit verschillende staten aan de toog.

We rijden met Zappa in de cd-speler naar het kerkje van Lympne. Don’t eat that yellow snow. Dit is een postmoderne ervaring. Ik was 21 jaar geleden in Lympne. Ik herinner me de plek niet meer. Ik wéét het nog dat ik er geweest ben, en ik herken de plek van de foto’s die er zijn gemaakt, maar het gevoel van de plek is er niet meer. De fysieke herkenning van het oord – hoe moet je het omschrijven; het is iets anders dan een verzameling indrukken en weetjes. Het zit in de huid, het is zeer zintuiglijk. En het zit er dus niet meer.

In het kasteel naast de kerk is er een huwelijksreceptie aan de gang. Mensen komen aan. Gewone mensen die een inspanning hebben geleverd om zich chique uit te dossen. Mannen in feestkostuum, vrouwen met hoeden. De manier waarop ze hun kleding dragen verraadt hun lage komaf. Tussen de parking, waar ze hun al bij al ordinaire wagens achterlaten, en het feestoord zijn ze nog volop aan het schikken, bloesjes aan het rechttrekken, schouders aan het afborstelen. Dat doen ze ook bij elkaar, ten behoeve van elkaar, op aapachtige wijze.

Via Tenterden rijden we over de holle landwegen naar Hawkhurst. Onderweg zien we een Rolls Royce met nummerplaat JB007. In Hawkhurst houden we halt voor een koffie op het terras van The Queen’s Inn. Een aangeschoten mijnheer aan de tuintafel naast de onze wauwelt via zijn telefoon onze bestelling naar binnen door.

Vlak voor we onze bestemming in Horsted Keynes bereiken, waar we het huis van vrienden van Tr als uitvalsbasis voor twee dagen Londen en een dag wandelen door het prachtige Kentse landschap zullen betrekken, vinden we langs de weg nog een bank die uitkijkt over het uitgestrekte Heathland.

We blijven er een tijdje zitten kijken naar de wolken, we horen de vliegtuigen die al naar Londen afdalen.

Bij de kruidenier in Horsted Keynes – leverancier van basisproducten en kranten, dit is nog echt een ontmoetingsplaats voor de mensen van het dorp – slaan we het een en ander in voor de avond. Waarop we bij de buren de sleutel ophalen. Binnen in het huis treffen we een kat aan.

Die heeft in de hal op het vasttapijt gekakt. We profiteren van de laatste zon op het terras. We genieten van het gezang van de vogels en van de grasmaaier van de buren.