maandag 6 september 2004

Mijn woordenboek (23)

AANLOOP
Hoe langer de aanloop, hoe onzekerder de afloop. De verspringer kan uitgeput aan het afdrukpunt verschijnen. Maar hij heeft zijn aanloop wel nodig. Die moet juist lang genoeg zijn. Een te lange aanloop is een omslachtige vorm van aarzelen.
Het beeld van de verspringer is misschien te eenduidig: veel vaker is het afdrukpunt niet even zichtbaar als de brede witte streep van plasticine die door iedereen in het atletiekstadion kan worden gezien. Meestal is de grens tussen aanloop en sprong vaag. Neem het leven: wat is aanloop, wat is sprong? En als dat al duidelijk is: waar in de zandbak kom je neer?