woensdag 1 september 2004

Mijn woordenboek (21)

AANKUNNEN
Meestal is datgene waarvan je zegt dat je het aankunt iets groots, in elk geval iets dat groter is dan datgene wat je alleen maar kúnt. Koffie zetten is niet een kwestie van aankunnen. Iemand kan een moeilijke opdracht aan, een ongewone hindernis, een veeleisende job. Een overdosis informatie, dat ligt al moeilijker. We zijn geen Atlassen. Een relatie moet je ook aankunnen, of een precaire situatie zoals een ziekte. Of het leven. Dat laatste is al zo omvattend en groot en onontkoombaar dat de notie aankunnen hier meestal enkel nog ter sprake komt voor zover het eigenlijk gaat om: níet aankunnen. Meestal zeg je dat je het leven aankunt om het tegendeel te verbloemen.