maandag 30 september 2024

een mooi moment, vorige week 18

Op 14 februari 2023 verwierf ik een vuistdik boek met meer dan duizend columns van telkens ongeveer 250 woorden waaruit ik er sinds deze aanschaf elke dag eentje lees: Ruim duizend dagen werk van Koos van Zomeren. Die 2,5 euro zijn alvast goed besteed. Van de Nederlandse schrijver en natuurwaarnemer Van Zomeren las ik eerder al met even groot genoegen Een vederlichte wanhoop en Een jaar in scherven. Het stukje dat ik vandaag las stond op 17 februari 1992 op de voorpagina van NRC Handelsblad. Het draagt als titel ‘Ginzburg’ en over Ginzburg gaat het dan ook, Natalia Ginzburg meer bepaald. Van deze Italiaanse schrijfster verschijnen er sinds kort nieuwe Nederlandse vertalingen of heruitgaven van bestaande vertalingen, dat heb ik nu niet geverifieerd. Van Zomeren heeft het in lyrische bewoordingen over Ginzburgs ‘kleine roman’ Zo is het gebeurd. ‘Ik lees veel mooie boeken. Soms alleen maar met bewondering. Soms met het gevoel: ja, dat wil ik ook. Soms: het is er allemaal al, je kunt je mond wel houden.’ Zo’n citaat zet me er natuurlijk toe aan om te achterhalen of ik Zo is het gebeurd al heb gelezen. Of beter nog, of ik het hier staan heb. Mijn leeslijst leert me dat ik van Ginzburg wel al het een en ander las, maar niet Zo is het gebeurd. In mijn gedigitaliseerde bibliotheekinventaris vind ik die titel ook niet terug. Maar wanneer ik uit mijn bibliotheek Italiaanse levens opdiep, een verzameling novellen die ik in 1992 verwierf, blijkt ‘Zo is het gebeurd’ daarin te zijn opgenomen. En meer nog, ik las Italiaanse levens in 2012, en dus ook ‘Zo is het gebeurd’. En zo zet Van Zomeren mij tot herlezen aan, quitte of het nu een novelle is of een korte roman, maar doet hij mij ook beseffen hoe belangrijk het is om de orde te blijven bewaren in de parallelle universa van enerzijds mijn bibliotheek en de bijbehorende boekhouding en anderzijds mijn geheugen en de daarin opgeslagen, maar aan vervaging onderhevige lectuurherinneringen.





240923


afscheid van mijn digitaal bestaan 425

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

8 maart 2016


GRONDVET


Het Vlaamse volk, vereniging van Hardwerkende Modale Vlamingen (HMV) waarvan er tegenwoordig 15 procent ondanks al dat harde werken niet meer boven de armoedegrens uitkomen, haalt opgelucht adem: zijn minister-president pleit voor het opstellen van een Vlaamse grondwet! Geen wet over Vlaamse grond, in de zin van ‘Trek mij uit die Vlaamse klei’ of ‘Moet er nog zand zijn?’, neen, een basistekst waarin voor eens en voor altijd de normen, waarden, rechten en plichten van de HMV worden gestipuleerd. Met preambule en al. Pream-watte? Preambule!

De Vlaamse Grondwet wordt een bul met een preambule.

Als het maar geen luchtbel wordt.

Men zou dit nieuws als een deining in een glas water kunnen bestempelen, ware het niet dat het moet gekaderd worden in een ruimere strategie van totalisering en uitsluiting van al wie het er niet mee eens is. De Vlaams-nationalisten ruiken hun kans om eindelijk, na twee generaties, definitief komaf te maken met het schrijnende onrecht dat hun tijdens de naoorlogse repressie werd aangedaan. Zij gaan die kans niet laten liggen, zij beseffen dat het momentum nabij is.

Maar. Zelfs de HMV wordt die holle retoriek een beetje moe en begint in te zien dat er wel wat prangender problemen op ons afkomen dan het op 11 juli staan zwaaien met de leeuwenvlag en hoe die leeuwenvlag er dan precies moet uitzien, welke kleuren wel en welke niet zijn toegestaan, en hoeveel centimeter bij hoeveel centimeter hij moet meten, en of hij nu richting stok moet klauwen of juist niet, enzovoort enzovoort. Op het eind van de maand heeft de HMW niet zoveel goesting meer om met vlaggen te staan zwaaien. De elfde van de maand, ja, dat zou misschien nog net kunnen. En in juli is er nog het vakantiegeld – voorlopig nog.

Een ruimere strategie van totalisering en uitsluiting. Waarom komt Bourgeois uitgerekend nu met zijn ideetje aandraven? ‘t Is een opstapje naar de grote afscheuring, natuurlijk. De geesten doen rijpen, af en toe een dosis toedienen, subliminaal. Tot ook de minder met het Vlaamse separatisme sympathiserende HMV voldoende bewerkt is om de overstap te maken en wakker te worden in de Heilstaat. Die evengoed grotendeels plat is en nauwelijks boven de zeespiegel gelegen. Ja, tegen dan er zelfs voor een groot deel onder.

Maar er is meer. In de federale regering blunderen de Vlaams-nationalistische excellenties à volonté, om het op zijn Frans te zeggen. Minister van Financiën Van Overtveldt heeft nog maar net vastgesteld dat er een gat van 2 miljard, pardon, 3,2 miljard in de begroting zit. En ‘t zijn geen francken, nietwaar! Nu nog daar gelaten dat de minister prompt de schuld (de morele schuld) op zijn administratie afschoof, wat toch niet zo edelmoedig was, moeten we toch niet van gisteren zijn om de veronderstelling te wagen dat deze misrekening zo flagrant is dat het bijna niet anders kan of hier is iets anders aan de hand. Zou het niet kunnen dat hier een bewuste verrottingsstrategie wordt uitgevoerd? Want wat moet aangetoond worden, is dat België niet werkt – welnu, de N-VA zit in een positie waarin zij dit kan forceren. Het mag echter wel niet té opzichtig gebeuren, natuurlijk. De schade blijft beperkt tot één figuur – die Van Overtveldt komt niet meer terug – maar mag niet afstralen op de hele partij. Daarom komt Boer Zwa uitgerekend de dag na het heuglijke gat in de begroting – ik kan mij niet herinneren dat er ooit zo’n groot gat is geweest, het is: de billen bloot met de broek nog aan – met zijn Vlaamse klei-voorstel.

Moet er – inderdaad – nog zand zijn?

Jazeker, er zal nog veel zand nodig zijn om de dijken op te hogen.

Je moet het maar doen, ja, je moet echt met je kop in een bule leven, om uitgerekend nu, vandaag, in dit onzalige tijdsgewricht, met een volkomen overbodig voorstel op de proppen te komen.

Wij hebben geen grondwet nodig, mijnheer Bourgeois. Niet zonder en zeker ook niet mét preambule. (Hoor, hoe zelfingenomen hij dat woord uitspreekt. Zoals hij tegenwoordig ook de W aan het begin van woorden als V uitspreekt – de V van Vlaanderen uiteraard, maar ook van de V-campagne waarmee hij een jaar geleden al voorspelde hoe groot dat gat in de federale begroting zou zijn. Hij zegt Vereld in plaats van Wereld, en Vallonië, Vestkust, enzovoort.)

Het klei- en zandvoorstel van de minister-president werd niet bepaald op stormachtig applaus onthaald. Niet door de oppositie (behalve het Blok, daar waren ze natuurlijk zeer verguld, op die rode tong en klauwen na), maar ook niet binnen de meerderheid. De Open Vld-jongeren reageerden het vinnigst. Dat iedereen zijn idolen aanbidt als hij dat niet laten kan, de Vlaamse of de Belgische of het verschrikkelijke spaghettimonster, allemaal goed – maar verplicht ons niet om allemaal op dezelfde dag met die leeuwenvlag te staan zwaaien.

Ik vond dat goed geformuleerd. Mocht die Vlaamse grondwet er komen, het vrij staan zwaaien met gelijk wat en gelijk wanneer zou als een van de basisrechten daarin moeten opgenomen worden.

Behalve met hakenkruisen uiteraard.

Maar daar zeg ik wat. Symboolblindheid is een onaangename kwaal. Op de dag van Bourgeois’ ingeving, daar onder zijn stolp, bedacht ik: ‘Hoed u voor politieke leiders die dromen van symbolen.’ En kijk, Bourgeois’ voorstel was nog niet goed en wel vergeten (op die subliminale werking na, natuurlijk), of er was een symbolenincident. Het satirische programma De Ideale Wereld had het gewaagd om in een grappig bedoeld filmpje dat duidelijk moest maken wat het verschil was tussen links en rechts denken een fragment van het Vlaamse volkslied te gebruiken, in combinatie met enkele grafische elementen die naar het naziregime verwezen. Inderdaad niet zo slim, maar anderzijds was het zo weinig nadrukkelijk (subliminaal als het ware) dat je al heel erg op vinkenslag moest liggen om het op te merken. De verontwaardigde Vlaams-nationalisten, ongetwijfeld ook duchtige leesbrievenschrijvers en vlaggenzwaaiers bij arrivés van wielerwedstrijden, schreeuwden moord en brand en zie, nog geen dag later was het gewraakte fragment al van de VRT-website verwijderd.

Je suis DIW!

Ja, dat zijn inderdaad belangrijke kwesties! 11 juli, leeuwenvlag, volkslied! Ze zullen hem niet temmen!

Maar waar gaat het eigenlijk over, met die grondwet? We hebben toch al een grondwet? De Belgische met name. Dat was van bij het begin een van de meest vooruitstrevende, vele andere landen namen dat document als voorbeeld. En de Vlaamse identiteit staat haarfijn omschreven in artikel 1. Wat kan daaraan worden toegevoegd? Wat Vlamingen van Valen onderscheidt? Dat wordt een heikele kwestie. Vat de normen en vaarden van de Vlaming zijn? Hmmm. Kan het verder gaan dan een officiële boekstaving van heraldiek en geritualiseerde borstklopperij?

Misschien zullen we het in de preambule kunnen lezen.

Ach. Het stemt me allemaal een beetje meewarig. Alsof we niets dringenders aan onze fiets hebben hangen. Zo dringend dat het eigenlijk niet gepermitteerd is om ook maar vijf minuten met die o zo nodig gevaande Vlaamse grondvet bezig te zijn. De armoede, de ongelijkheid, de vluchtelingen, het klimaat, de vegdeemsterende vesterse vereld.

Stel, er is een pipo in een provincie van Burkina Fasso die met aplomb komt beweren dat hij een nieuwe grondwet nodig heeft, we zouden toch ook de schouders ophalen? Ik vraag me dan af wat ze nu in Burkina Fasso van onze minister-president zouden denken.

Neen, dan Chomsky. Ik lees een artikel waarin hij stelt dat de mensheid aan de rand van de ondergang staat. En neen, dat is dan geen kwestie van transfers of de schuld van de sossen of het niet respecteren van de taalwetgeving door de burgemeester van Linkebeek. Het gaat over dé mensheid, waarvan de Vlamingen weliswaar deel uitmaken, maar dan toch niet voor meer dan 0,1 procent (6 miljoen op 6 miljard, dat rekent nog redelijk gemakkelijk).

Mijnheer Bourgeois, houd u bezig met verkelijk belangrijke zaken.




7332

Glückstadt-Brunsbüttel (D) - 240810


zondag 29 september 2024

een mooi moment, vorige week 17

De 7,5 kilometer lange en bijna exact 10.000 stappen tellende wandeling rond de stad over de Vesten heeft het perfecte formaat om het bijna twee uur durende radioprogramma Touché te beluisteren en ondertussen de dagelijkse dosis beweging te realiseren. Vandaag was Bart Van Loo te gast, een spraakwaterval die ik graag bezig hoor omdat hij vlekkeloos Nederlandse volzinnen debiteert en ondertussen ook nog iets zegt ook. Een mooi hoogtepunt in het interview was toen Van Loo vertelde over zijn vader, hoe die niet de kans had gekregen om de studies te doen die hij zeker zou hebben aangekund, tuinier was geworden, nauwelijks een boek las, maar wel na het doornemen van de eerste hoofdstukken een gepaste commentaar had op Stoute schoenen, de recente offspin van Van Loo’s reeds op vierhonderdduizend exemplaren verspreide Bourgondisch avontuur (ik citeer uit het hoofd): ‘Ik ben met jouw schoenen al naar Brugge, Gent en Ieper gestapt, en nu zelfs naar Scherpenheuvel, en nu ga ik naar Leuven.’ Dit had Van Loo, zo zei hij, gelukkiger gemaakt dan de laaiend enthousiaste kritiek in De Standaard. En ik vond dit perfect aannemelijk.

https://www.vrt.be/vrtmax/luister/radio/t/touche~11-31/touche~11-29371-0/



240922



53 * 74,7 * 27,0 * 3046,6


Nieuwege - Plassendale - Oudenburg - Snaaskerke - Gistel - Torhout - Ruddervoorde - Drie Koningen - Moerbrugge - Steenbrugge
 



afscheid van mijn digitaal bestaan 424

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

2 maart 2016


PRIVACY

Je bent, tot op zekere hoogte, wie je geweest bent. Je geschiedenis bepaalt je identiteit. Veel meer, zo lijkt me, dan je toekomst: wat je verlangt, wat je vreest, wat je verwacht. Dat is allemaal nog onduidelijk, onzeker, abstract. Wat, daarentegen, geweest is, is geweest. Daar valt niet meer op af te dingen. Het geheugen vervormt en kleurt bij, weliswaar. Maar de geschiedenis, ook de persoonlijke geschiedenis, is toch in hoge mate objectief.

Iemand moet de verhalen vertellen. De familiehistories doen zich voor, worden aangedikt en opgesmukt, in een narratieve structuur gepropt – en vervolgens onthouden, doorgegeven, overgeleverd. De aanhoorders leveren zich graag uit aan wie zich geroepen voelt om te vertellen. Zij weten (zonder het echt te beseffen) dat zij voor een deel zullen worden wat hier wordt opgeroepen.

Overleveren om te overleven.

Er zijn families en, bij uitbreiding, culturen waarin niet genoeg verhalen voorhanden zijn omdat er niet genoeg wordt verteld. Mijn familie, zo realiseerde ik mij onlangs, is zo’n familie zonder vertellers. En onze cultuur is, vrees ik, in hetzelfde bedje ziek. Er wordt niet meer geluisterd naar vertellers. Het leven is een luidruchtige party geworden en de vervelende oom die tegen het glas tikt en rechtstaat om een anekdote of witz te berde te brengen wordt hoogstens met een zucht getolereerd. Dergelijke families en culturen lijden aan een gebrek aan realiteit.

De verhalen die wel nog circuleren, zijn stereotiep. Niet de cinefiele film of de moeilijke roman met de diep uitgewerkte karaktertekening, de onvoorspelbare intrige en de essentiële catharsis maar wel gratuit opgebouwde soaps leveren de catalogus van beschikbare, immer schematische plotwendingen. Weinigen brengen nog tijd op voor een genuanceerde Bildung. Voor detaillering, couleur locale en revelerende wendingen wordt maar weinig ruimte meer voorzien. We worden één grote familie, nergens thuis. Zeer herkenbaar, zonder geheim.

Dat zeggen we dan ook, dat we geen geheimen hebben. Privacy is voor ons geen probleem.




7331

Glückstadt-Brunsbüttel (D) - 240810


zaterdag 28 september 2024

een mooi moment, vorige week 16

‘Foto 7323: ja, dat is het landschap met horizon en overdrijvende wolken waarin ik ben opgegroeid, dat is mijn innerlijke behang. (...) Ik ben er lang niet geweest, het ontroerde me.’ Dat laat Jan-Willem Lubbers me weten. Jan-Willem woont al een half leven in Utrecht en is een zeer verdienstelijk collega-blogger (http://www.janwillemlubbers.nl/). We hebben al bijna twintig jaar af en toe contact met elkaar. We hebben elkaar ook al een paar keer ‘in het echte leven’ ontmoet. Zijn reactie is een van die kleine vonkjes die ik met mijn foto’s of teksten blijkbaar hier en daar doe ontbranden. En dan zie ik ongetwijfeld de meeste van die vonkjes niet eens oplichten. Bovendien springen er van die vuurtjes misschien ook nog eens andere vonken over die helemaal buiten mijn zicht belanden en daar misschien ook iets doen ontbranden. Soms vraag ik me af of ik niet beter eens wat meer vrijwilligerswerk zou doen, maaltijden opdienen in Poverello, verkiezingsfolders bussen of seingever spelen bij wielerwedstrijden. Maar kijk, zo spreek ik mezelf toe, als je af en toe zonder daarvoor een tegenprestatie te verlangen hier en daar een zaadje schoonheid kunt planten, stof tot nadenken kunt laten neerdwarrelen, of een vlammetje inspiratie kunt doen ontbranden, dan is dat eigenlijk ook een vorm van vrijwilligerswerk.




7330

Glückstadt-Brunsbüttel (D) - 240810


vrijdag 27 september 2024

een mooi moment, vorige week 15

In Sint-Rita, een parochie tussen Moerkerke en Belgisch Middelburg, zie ik een foto-die-ik-niet-maak. Een foto-die-ik-niet-maak is een – meestal anekdotisch – tafereel dat ik om de een of andere reden niet vastleg, in dit geval omdat ik op mijn koersfiets aan de scène voorbijfiets en geen zin heb om met een stop en terugkeer mijn cadans te onderbreken. Bovendien is het niet eens zeker dat ik dezelfde constellatie zou aantreffen. Stelt u het zich voor: zo’n typisch Vlaams voortuintje met gipsen beeldjes (van kabouters en een kar-met-paard, dat soort voorstellingen) en daartussenin, op het uiteraard perfect getrimd gazon, een robotmaaier die in de gaten wordt gehouden door een Berner sennenhond. Bizar. Nu goed, misschien is het maar beter dat ik die foto niet maak, het zou zo’n – volgens sommigen – typische uitlachfoto zijn geworden waarmee ik wat in mijn ogen de Vlaamse volksaard is wil etaleren, of een foto waarvan sommigen vinden dat het een uitlachfoto is, al zou het natuurlijk helemaal niet de bedoeling zijn geweest om een uitlachfoto te maken. Al moet ik mij dan natuurlijk wel afvragen wat dan wel de bedoeling zou kunnen zijn. De parochie Sint-Rita in Moerkerke, overigens, kreeg pas in de jaren zeventig een eigen kerk. Het was de pastoor zelf die, wellicht geholpen door zijn parochianen, de truweel in de mortelbak roerde want het bouwsel werd volledig op eigen krachten opgetrokken. Het geloof dat bergen verzet, zoiets. Dat heeft echter niet kunnen verhinderen dat ook hier de kerk leegloopt en dat het voor het gebouw, overigens in architecturaal opzicht een compleet misbaksel, wachten is op desaffectatie. Daar moet ik iedere keer dat ik in Sint-Rita passeer, op mijn weg van of naar Aardenburg, aan denken. Nu komt daar de herinnering bij aan een door een Berner sennenhond geëscorteerde maairobot. Een herinnering die niet door een foto maar wel door een tekst, deze tekst, wordt bestendigd.






240920

 

7329

Glückstadt-Brunsbüttel (D) - 240810


donderdag 26 september 2024

een mooi moment, vorige week 14

Ik pauzeer op de zitbank bij het noordelijke punt van de stervormige Damse stadsomwalling. In het zuiden, tegen de felle zon in, de donkere silhouetten van de stompe kerktoren en het stadhuis. Achter mij een groepje vredig grazende en/of herkauwende blauwwitten. Ik neem een boek ter hand, maar m’n ogen vallen toe. Horizontaal dan maar. Ik val in slaap. Een paar minuutjes, tot het gebabbel van een passerend stel me wekt. Jong, jeugdig, slank. In het wit gekleed, allebei. Donkere zonnebrillen. Een minuutje later zie ik ze stilstaan bij de brugleuning. De jongeman staat achter het meisje en houdt haar stevig vast. Zij laat haar hoofd achterover op zijn schouder rusten. Wanneer ik vertrek zie ik de twee een maïsveld betreden. De maïs staat manshoog. Tiens tiens, om wat te doen? Ik fiets flierefluitend weg en kijk nog eens om. Het meisje lijkt te aarzelen: is dit wel een goed idee?

240919


afscheid van mijn digitaal bestaan 423

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

21 februari 2016


INTEGRATIE

Ik probeer mij empathisch te verplaatsen in het jonge Syrische meisje dat dit weekend in een barakkenkamp in Leopoldsburg of all places werd belaagd door Afghaanse vluchtelingen. Naar verluidt zou dat zijn gebeurd omdat zij geen hoofddoek droeg. Stel dat het waar is, dan moet zoiets toch een vreemde gewaarwording zijn. Je ontvlucht een land dat ondergaat in een onder meer door religieus fanatisme aangewakkerd cataclysme, je komt na tal van omzwervingen en ontberingen aan in een land waarvan je nauwelijks het bestaan vermoedde – zoals veel Vlaamse meisjes tot voor die oorlog daar begon waarschijnlijk nauwelijks wisten dat Syrië bestond of waar het lag. Dat land waar je aankomt, meisje uit Aleppo, is grijs en kil, maar de vrouwen en meisjes hoeven er blijkbaar geen hoofddoek te dragen. Toch vallen er geen bommen uit de lucht, blijven de muren er rechtop staan en is het er niet levensgevaarlijk om op straat te lopen. Mocht ik dat meisje zijn, ik zou, denk ik, ook overwegen om die hoofddoek achterwege te laten. Het zou daarbij niet in me opkomen dat andere mensen, mannen, die zeggen dat ze ook dat oorlogsgeweld zijn ontvlucht – op basis daarvan maken ze immers aanspraak om hier te mogen blijven – mij daarop zouden aanpakken. Dat zou, denk ik, bij mij een grote verbijstering en wanhoop veroorzaken.

Het geschil leidde tot een massale vechtpartij tussen families, clans, nationaliteiten, religies – whatever. ‘Honderd asielzoekers met elkaar op de vuist’, kopten de kranten, een stuk of tien werden er opgepakt, en de bevoegde staatssecretaris vindt dat er voor dergelijke lieden geen plaats is in ons land, ja, dat ze zelfs op ‘bed-bad-brood’ geen aanspraak meer kunnen maken. Dat laatste is natuurlijk stoken. Je kunt mensen niet de meest elementaire zorgen ontzeggen. Zelfs de wreedste serial killers krijgen in onze gevangenissen ook een brits, een hoeveelheid water, voedsel. Het recht op overleven ontzeg je niemand. Onze staatssecretaris gaat hier dus populistisch uit de bocht. Maar hij heeft wél gelijk als hij zegt dat we niet kunnen tolereren dat deze mensen de aan onze cultuur vreemde kenmerken van hún cultuur importeren. Als we die distincties niet meer maken, is het einde zoek. Elke cultuur bestaat op basis van verschillen met andere culturen. En wij hoeven al helemaal niet te tolereren dat die mensen hier hun conflicten komen uitvechten. Wij moeten opkomen voor meisjes die geen hoofddoek willen dragen omdat ze daarin het symbool zien van datgene waaraan ze zijn ontkomen, omdat ze het met andere woorden meer als een teken van dood dan van leven zien.

Wel vraag ik mij af of het een verstandige beslissing is om in de opvangcentra alle nationaliteiten en gezindheden door elkaar te husselen. De integratie in onze samenleving begint niet in die kampen, die zijn maar een tijdelijke overgang. Laat deze mensen in een veel meer verdunde vorm in onze samenleving binnensijpelen – dan vermijd je wellicht dat soort conflicten, die natuurlijk ook ontstaan door het te dicht op elkaar gepakt zitten, door het lange wachten en de verveling, en wellicht ook door een moeilijk te beheersen hoeveelheid ongeventileerde testosteron. (Ik weiger te geloven dat men de opvang zoveel mogelijk mengt, precies om die conflicten uit te lokken. Maar het is mogelijk, natuurlijk.)


7328

Glückstadt-Brunsbüttel (D) - 240810


woensdag 25 september 2024

een mooi moment, vorige week 13

Wanneer ik naar de wc ga, zet ik de radio altijd aan of ik zet hem, als hij al aanstaat, wat harder. Dat doe ik als ik alleen ben, om tijdens het kakken iets omhanden te hebben, maar ook, als ik niet alleen ben, bij wijze van auditieve afscherming. Ik val namelijk in de doelgroep die ‘De wereld van Sofie’ vandaag wil bereiken: mensen die niet graag kakken als ze weten dat hun ‘protgeluiden’, zoals het enigszins omzwachtelend wordt genoemd, door anderen kunnen worden gehoord. Ik hoor, terwijl ik dus in mijn kleinste kamertje op mijn troon heb plaatsgenomen, een experte in de materie adviseren om een geluidsopname met ontlastingsgeruchten mee te nemen naar de wc en deze daar tijdens het kakken – en het onbeheersbare lawaai dat daarmee gepaard kan gaan – te laten afspelen. Deze methode is volgens de experte aangewezen om kakschaamte te overwinnen. Overigens ben ik zeer zeker de mening toegedaan dat de openbare omroep niet vies moet zijn van volksverheffing.

https://www.vrt.be/vrtmax/luister/radio/d/de-wereld-van-sofie~11-65/de-wereld-van-sofie~11-28716-0/

240918


afscheid van mijn digitaal bestaan 422

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

19 februari 2016


OORLOG


© rr

In de ontkenningsfase, veronderstel ik, sluit de zieke zijn bewustzijn af voor alle informatie, hoewel hij weet dat ze hem met een onweerlegbare waarheid confronteert. Het is een doen alsof. ‘Ik doe alsof ik niet ziek ben,’ denkt de zieke, en onbewust voegt hij daar de bijgelovige gedachte aan toe: ‘Als ik doe alsof ik niet ziek ben, dan vergeet de ziekte mij misschien en zal ze aan mij voorbijgaan.’

Precies zo denk ik dat de burger doet als de oorlog is uitgebroken. En dat is, vrees ik, nu het geval. Wij ontkennen dat wij weten dat wij weten. En wij denken, of geloven, dat wij door zo te doen het onheil ertoe zullen brengen aan ons voorbij te gaan, dat het ons niet zal opmerken. Wij proberen onzichtbaar te zijn, in zekere zin. We drukken ons.

De oorlog is uitgebroken. Alleen, wij zien het nog niet omdat wij hem op twee manieren niet herkennen. Wij herkennen hem niet omdat wij nooit oorlog gekend hebben. We zijn niet alert. Het is voor ons een ander paradigma, wij hebben nooit die taal leren spreken. Wij herkennen de oorlog ook niet omdat hij geheel andere vormen aanneemt dan wat ons in de beeldvorming is aangereikt: veldslagen in zwart-wit, loopgraven, oprukkende tanks, bommenwerpers tussen de schijnwerpers van het afweergeschut, deportaties, uitroeiingskampen, precisiebombardementen en collateral damage, brandende oliebronnen, vluchtelingenstromen, enzovoort. Sommige van die decorstukken worden nu ook in de coulissen klaargezet, maar er wordt een ander stuk gespeeld. De oorlog die wij nu meemaken (maar nog ontkennen) heeft met waarheid en leugen te maken, met terreur, met toegang tot informatie, met duizelingwekkende ongelijkheid, met demografische onevenwichten, met vervuiling en klimaat, met het verdwijnen van het vooruitgangsgeloof waarin wij ons altijd veilig hebben gewaand, met de institutionalisering van bedrog in de productie van voedsel en van zowat alles wat we nodig hebben en ook van wat we niet nodig hebben, met de opkomst van irrationaliteit en nationalisme, met een algemene collaps van wat wij altijd, tegen beter weten in, onze beschaving hebben genoemd.


7327

Jadebusen (D) - 240809


dinsdag 24 september 2024

een mooi moment, vorige week 12

M. liet me weten dat ze, daartoe aangezet door een vermelding op mijn blog van Een register van Cornelis Verhoeven, op zoek ging naar dat boek. Op die manier kwam ze in ‘s Hertogenbosch terecht, waar een handelaar in tweedehandse boeken het allang niet meer in omloop zijnde en zelfs bijna vergeten boek in voorraad had. Bijna vergeten, dat was ik het inmiddels ook toen Kurt de Boodt, dichter en voormalig collega in wat toen nog het Paleis voor Schone Kunsten heette, er gewag van maakte op zijn Facebookpagina. Ik verwierf in 1995, toen Een register uitkwam, een recensie-exemplaar en las het boek, zo blijkt uit mijn boekhouding, in het voorjaar van 1996. Ik herinner me niet er ooit iets over te hebben geschreven. Maar ik vond het wel een goed boek. Daarom nam ik me voor, na dat bericht van Kurt, om het opnieuw ter hand te nemen. Sinds 1 januari van dit jaar lees ik elke dag een bladzijde. En aangezien het boek 365 lemmata bevat – het gaat om beschouwingen bij telkens een ander woord, als column verschenen in een krant – valt te voorzien dat ik deze oefening, als het mij vergund is, tegen het eind van het jaar zal hebben afgerond. En zo zie je wat één zinnetje – in dit geval van Kurt de Boodt – kan teweegbrengen: het doet mij 365 keer naar een boek grijpen, ik schrijf er dan iets over, en dat doet dan weer Mieke D. naar ‘s Hertogenbosch reizen. Ook zij neemt nu elke dag Verhoevens register ter hand. (En misschien brengt dit stukje bij nog iemand anders hetzelfde teweeg.)

240917


7326

Ems-Jadekanaal (D) - 240808


maandag 23 september 2024

een mooi moment, vorige week 11

Intens genoten van en verbluft door de montage van klank en beeld in Soundtrack to a coup d’état van Johan Grimonprez, een documentaire over de smerige rol die de Belgische haute finance, de Kerk en het koningshuis onder de dekmantel ‘beschavingswerk’ hebben gespeeld in het moeizame dekolonisatieproces. (De Kerk komt minder expliciet aan bod, maar is wel vertegenwoordigd door de aanvankelijk glunderende en vervolgens verblufte prelaten bij de redevoering van Lumumba bij de onafhankelijkheidsverklaring.) De schamele voorwerpen die Grimonprez als motieven gebruikt – pijp, schoen, fiets – en hoe precies die schamelheid het effect monsterlijk uitvergroot. De onderwaterbeelden van een inktvis, een zwemmende olifant en een duikboot, die samen met de piepgeluiden die doen denken aan het begin van Echoes van Pink Floyd de hele Koude Oorlog-sfeer oproepen. Het samenspel van machete en koninklijk zwaard. De magistrale soundtrack, die drie keer op zeer indrukwekkende wijze wordt onderbroken door een veelzeggende stilte: de dirigent met zwiepend stokje voor een geruisloos orkest; de zwoegende saxofonist die een onhoorbare solo speelt; de vijftien seconden stilte na een horribele mededeling in een vergadering van de Verenigde Naties.

https://lumiere-brugge.be/film/101265/Soundtrack-to-a-Coup-d%27État/

240916


afscheid van mijn digitaal bestaan 421

25 februari 2016

vierenvijftig 137


18 februari 2016

donderdag

MECENAAT

© Jimmy Kets
Door een wonderlijk toeval kreeg ik het artikel over het bezoek van schilder Luc Tuymans aan KatoenNatie-baas annex kunstliefhebberaar Fernand Huts alsnog te lezen: tot ik een op de trein achtergelaten exemplaar van DS Magazine aantrof, had het zich bij mijn herhaalde pogingen om het te bemachtigen altijd achter een betaalmuur weten schuil te houden. Het was dat ik het moést lezen.

De foto’s van Jimmy Kets illustreren meteen waar het over gaat. Met een keiharde blits portretteert hij beide bonzen van onderuit: Kets duwt zichzelf met dit standpunt in de rol van de nederige kunstenaar, een mensensoort waar beide heren met de superioriteit van de macht en het dedain van de arrivist overheen kijken. Zie ze lachen. Het is een vuile, sardonische lach. Ze trekken zich niets aan van de fotograaf, die hier voor een paar zilverlingen zijn werk komt doen. Zij gunnen hem zijn kritische blik: ook die ketst op hun eigendunk af. Zoals alles.

Ik heb het artikel gelezen. Met stijgende verbazing, zoals dat dan heet. En ja, ook met verontwaardiging. De heren hebben het niet over kunst maar over de overheid en over, jawel, macht. Tussen de regels voel je natuurlijk wel dat Tuymans geen hoge dunk heeft van Huts’ smaak, maar daar gaat het natuurlijk helemaal niet om want Huts’ geld heeft geen kleur. Kunst, dat is een belegging, wat denk je wel? Op een gegeven ogenblik blijkt dat Huts geen schilderij van Tuymans tot zijn bezit kan rekenen. ‘Ik wou er ooit eens een kopen,’ schuttert hij wat, ‘maar mijn vrouw zag dat niet graag. En nu ben je te duur.’ ‘We passen daar een mouw aan,’ stelt bons T. bons H. gerust. Geschaterlach. Misschien was het op dat moment dat Jimmy afdrukte.

De overheid heeft afgedaan als kunstpatroneerder. Er zijn geen middelen, vindt Huts. Er is geen deskundigheid, vindt Tuymans. En de musea moeten toch geen beschutte werkplaatsen zijn? Laat de kunst dus maar over aan het privémecenaat. Mocht het eventjes kunnen, die twee zouden terug naar de Renaissance willen. Tuymans heeft het zelfs even over ‘warlords’: oorlogvoerende potentaten die met hun krijgsbuit kunstenaars omkochten om statusverhogende siervoorwerpen aan te leveren en portretten te schilderen waar de horigen dan weer de macht van de potentaten op kunnen peilen. Hoe het de hele kaste van minder succesrijke creatievelingen zal vergaan, die minder bedreven zijn in zelfpromotie en in het aanpappen met de superrijken: dat zal deze twee in flitslicht vastgelegde filou’s worst wezen! Ze lachen het weg.

Mocht de woordspeling niet te voor de hand liggend zijn, ik zou gewagen van een onthutsend dubbelinterview. 

7325

Tussen Groningen en Winschoten (NL) - 240807


zondag 22 september 2024

een mooi moment, vorige week 10

Ik was van plan 40 kilometer te fietsen, maar het werden er uiteindelijk 80. Dat ging zo. Ik had geen plan. Ik begon langs de Damse Vaart, almaar rechtdoor dus, omdat ik dacht dat de wind uit het noordoosten kwam. Maar dat was helemaal niet zo. Ik improviseerde dan maar wat. Ik begon door het landschap te zigzaggen, nu eens met de wind in de rug, dan weer met de wind in het nadeel. Het waaide trouwens helemaal niet hard, dus zo nauw stak het nu ook weer niet. Ik kreeg er schik in. Ik probeerde me voor te stellen hoe mijn traject er begon uit te zien. En dan bedacht ik dat ik een figuur aan het tekenen was met mijn fiets. Ik tekende een figuur op de kaart, in het landschap. Ik zag het van heel hoog, vanuit een goddelijk of – voor de geseculariseerden onder ons – olympisch perspectief. Of een vogelperspectief. En ik bleef maar tekenen. Zo kwam ik aan 80 kilometer en thuis bleek dat ik een lopende figuur had getekend of, met een beetje goede wil, een visser aan de waterkant.




240915

een mooi moment, vorige week 9

Ik zeg dat ik het wel tof vind dat er een profwielrenner op de hoek van mijn straat woont: Jens Keukeleire, een subtopper, sterk in de sprint en, zo herinner ik mij, ooit nog geselecteerd voor het WK. De man die mij een microgolfoven verkoopt – ik sta in de winkel van Keukeleire Electro – beaamt dat, en toont zich daarbij zeer betrokken. ‘Maar Jens is wel gestopt,’ voegt hij eraan toe. ‘Hij is nu sportdirecteur.’ ‘Ah, ik wist niet dat uw zoon gestopt was.’ ‘Maar hij is mijn zoon niet,’ zegt de man. ‘Ik ben maar een verkoper hier.’ Te voet op weg naar huis, met de grote kartonnen doos op de bagagedrager van mijn fiets gebonden, overweeg ik dat ik het wel fijn vind dat een verkoper zich in die mate vereenzelvigt met de zaak dat hij trots kan zijn op de zoon van de baas. Thuis vis ik uit dat Jens al in 2018 is gestopt, na twaalf profoverwinningen te hebben behaald (waaronder twee keer het eindklassement van de Ronde van België), en dat hij nu ploegleider is. Op de foto’s lacht hij mij guitig toe.





240914


7324

Tussen Groningen en Winschoten (NL) - 240807


zaterdag 21 september 2024

Rodrigo Sorogoyen, Las bestias

notitie 456

IN WEERWIL VAN ALLES

Vreemd, ik dacht er geen ogenblik aan dat ik naar een thriller had gekeken – terwijl nochtans die genreaanduiding overheerst in de enkele commentaren die ik achteraf raadpleegde. Voor mij is Las bestias van Rodrigo Sorogoyen vooral een film over liefde. Een zedenschets zou je het met wat goede wil ook kunnen noemen, een portret van Galicia profunda, een bijna primitief Galicië. Een thriller, in de zin van whodunit met spanningsverhogende griezelelementen, is het naar mijn gevoel slechts in een afgeleide zin. Omdat je nu eenmaal een verhaal nodig hebt.

Een Frans stel van middelbare leeftijd laat zijn middenklasseleven achter zich en begint na enkele omzwervingen te bioboeren in een afgelegen dal in Noord-Spanje. De omgeving is er idyllisch, maar het leven hard. En de buren, boeren met verweerde koppen en ruwe zeden, zijn niet bepaald vriendelijk. De spanningen lopen hoog op wanneer de belangen van de verschillende partijen bij een op til staand windmolenproject onverzoenlijk blijken. De broers Xan en Lorenzo doen er alles aan om de ‘fransozen’ weg te pesten. Het conflict loopt uit de hand – hoe, dat kan ik hier niet prijsgeven.

Dat is zo ongeveer het verhaal. De zedenschets zit vooral in de uitgewerkte contrasten tussen de gesofisticeerde Fransen, die veel opofferen aan hun hooggestemde idealen, en de ‘primitieve’ autochtonen, die gevangen zitten in een uitzichtloze situatie die hen dwingt tot pragmatisme. De onoverbrugbare verschillen in omgangsvormen en taal sluiten een goede verstandhouding uit. Ruzies in het café leiden tot regelrechte intimidaties, die op hun beurt leiden tot…

Belangrijker dan het verhaal is de psychologie van het koppel. Hoe hun liefde zich handhaaft in uitermate moeilijke omstandigheden. Dat Antoine en Olga elkaar graag zien is evident, maar hun verhouding krijgt nog meer profiel door de inbreng van dochter Marie, een alleenstaande moeder, die tegen het eind van de film aan een tijd op de boerderij komt doorbrengen. Zij probeert haar moeder op andere gedachten te brengen, maar uiteindelijk draait ze zelf bij. De bijna tien minuten durende scène waarin moeder en dochter een hoogoplopende ruzie uitvechten, voor zover ik heb kunnen zien in één take opgenomen (van 1:36:35 tot 1:44:45 – opgepast: spoiler alert), is een uitermate intense mix van verwijten en impliciete uitingen van liefde, die culmineert in de cruciale zin, door de moeder uitgesproken: ‘J’espère qu’un jour tu connaîtras l’amour’. We zien hier een onwaarschijnlijk sterke prestatie van beide actrices, Marina Foïs en Marie Colomb. Alleen al deze ene scène maakt de hele film buitengewoon.

Maar vergeet de opbouw niet. Sorogoyen neemt zijn tijd. Hij vergaapt zich niet aan het landschap, maar brengt zijn personages voortdurend op de voorgrond. Hij vermijdt overbodige expliciteringen en knipt weg wat de toeschouwer zelf kan invullen. De blikken, woorden en houdingen van de acteurs vertellen het verhaal en bepalen de sfeer, die zorgvuldig naar een climax wordt geleid. En die ligt, zoals gezegd, niet in de ontknoping van het verhaal of in een thrillerachtige atmosfeer, maar in de hulde die Sorogoyen brengt aan de onvoorwaardelijke liefde die tussen mensen mogelijk is. In weerwil van alles.


Rodrigo Sorogoyen, Las bestias (2022)
Nog tot 18 oktober op VRT MAX: https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/las-bestias/2022/las-bestias/


7323

Friesland (NL) - 240806


vrijdag 20 september 2024

een mooi moment, vorige week 8

Door de foto te manipuleren maak ik de regenboog extra goed zichtbaar – het gaat mij om de regenboog, niet om de foto. Vervolgens app ik de foto naar A., die geveld is door hevige rugpijn. ‘Na regen komt zonneschijn,’ is de evidente boodschap die ik er als onderschrift bij voeg, aangevuld met ‘en na de pijn komt de verlichting.’ Ik bedoel vanzelfsprekend niet de cultuurhistorische periode, die ik, om dit soort verwarringen te voorkomen, tegen de vigerende spellingregels – of is het spellingsregels? – in koppig met hoofdletter V blijf schrijven. A. laat me weten dat het haar deugd doet – en dat doet mij dan weer deugd.




240913



52 * 49,5 * 27,5 * 2971,9

Dudzele - Oostkerke - Hoeke - Draaibrug - Aardenburg - Middelburg (B) - Sint-Rita - Moerkerke 



afscheid van mijn digitaal bestaan 420

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

6 februari 2016


APERITIEFHAPJE

Mijn favoriete aperitiefhapje is de apéricube van La Vache Qui Rit. Zeer ecologisch incorrect afzonderlijk in aluminium verpakte smeerkaasblokjes, en dan nog het liefst in de kleurige glitterfeestverpakking met aparte tapas-smaken: chorizo, tomate poivron, gambas grillées en chèvre. Elke saveur heeft zijn eigen kleurtje: in de volgorde van de genoemde specialiteiten: rood, geel paars en groen. Hoe de smaken aan de kaas – als het al kaas is – zijn toegevoegd, is mij een raadsel. Feit is dat als ik blind zou moeten proeven, ik nooit op chorizo of tomaat-paprika of gegrilde gambasmaak of geit zou uitkomen. Maar dat doet niets af aan de dolle pret. Ik vind het leuk om zo’n kubus uit de verpakking te pulken, om vervolgens naar het opentreklipje te zoeken en om op die manier het kaasblokje van zijn aluminiumjasje te bevrijden. Leuk extraatje: op de binnenkant van deze minuscule verpakking staan quizvragen afgedrukt zoals – ik pik er de vraag uit die ik in mijn derde chorizoblokje van de avond heb aangetroffen: ‘Quel pays a envahi le Koweit en 1990?’ Het antwoord staat onder de vraag op zijn kop afgedrukt: ‘L’Irak’. Een mens leert nog iets bij met de apéricubes van La Vache Qui Rit. Merci La Vache Qui Rit! Merci Fromageries Bel! Ook de ingrediëntenlijst is pittig: ‘gerehydrateerde magere melk, kazen (geitenkaas 13% voor de geitenkaas-variëteit), boter, melk-eiwitten, smeltzouten: natriumpolyfosfaten, -citraten, -difosfaten, citroenzuur en natriumfosfaten, compositie voor de variëteit met tomaat paprika aroma (tomaat 1%, zout, knoflook, aroma’s, specerij), zout, natuurlijke aroma van garnaal (schaaldieren), natuurlijke aroma van geitenkaas met andere natuurlijke aroma’s, natuurlijk aroma, aroma, aroma gerookte smaak’. Fromageries Bel raadt mij ook aan, als ik nog meer van dit product wil genieten, 'de le placer au réfrigérateur'.




7322

Alkmaar (NL) - 240806


donderdag 19 september 2024

een mooi moment, vorige week 7

Kristoffel gaf me de rubbing mee die G. 27 jaar geleden, toen hij vijf was, maakte van zijn initiaal, die hij, begeleid door Kristoffel, zelf had mogen kappen in een steen. We waren samen met nog een paar anderen op vakantie nabij Saint-Pierre-sur-Dives. Kristoffel had zijn materiaal bij, de kinderen waren gefascineerd door zijn letterkapperij. Ik zal de rubbing mooi inlijsten en aan G. doorgeven, al moet ik bekennen dat de verleiding groot is om het kleinood voor mezelf te houden omdat ik er – waarschijnlijk ten onrechte – van uitga dat mijn zoon nog niet zo’n urgent besef heeft van het verglijden van de tijd (waarvan de rubbing op zichzelf een symbool is – waar is trouwens de steen waarin die G ten eeuwigen dage is uitgekapt?). Maar neen, ik stel de overdracht niet uit. G. heeft het gemaakt, het is zijn G, 27 jaar door Kristoffel bewaard.

240912