28 maart 2014
Ik had het eerder al over de schaduwzijden van de drie
fietsreizen. Ik moet het zeker ook over de lichtpunten hebben, de mooie
herinneringen. Waaraan denk ik het eerst, als ik me voor elk van die reizen een
positieve herinnering voor de geest probeer te halen?
De eerste reis, al een half mensenleven geleden gemaakt,
heeft zich natuurlijk al grotendeels in de nevelen des tijds teruggetrokken,
maar ik herinner mij toch nog met plezier hoe we Luxemburg-Stad binnenkoersten
omdat we daar – nipt! – de trein naar Straatsburg moesten halen; hoe we de
volgende ochtend, met zicht op de Vogezen, wakker werden in een Straatsburger
wijngaard; hoe we in Merxheim (de naam!) de tripes
die we voor de goedkoopte hadden gekocht niet
opaten toen was gebleken wat dat eigenlijk was (ik sluit niet uit dat Erwins beslissing om Romaanse
filologie te gaan studeren in deze vergissing een aanleiding heeft gevonden); hoe we de spectaculaire
afdaling van de Col de Rousset inzetten; hoe we de Provence binnenreden en voor
het eerst in onze levens die warme aromatische lucht proefden; hoe we in Arles
de in Brugge gemaakte afspraak met onze vrienden misten omdat er twee arena’s
in Arles zijn, wat we niet wisten, en zij stonden natuurlijk bij de andere te
wachten. Gsm’s waren er in 1979 nog niet.
Van reis twee vallen mij nu de herinneringen te binnen aan
de paardenmarkt in Torhout, waarin we al meteen na ons vertrek terechtkwamen,
en aan de stoet oldtimerwagens in Ieper; aan het binnenrijden van de Bourgogne
door die wittewijnstreek nabij Auxerre waarvan de naam me nu alweer ontsnapt;
aan de drie pinten die ik na elkaar uitdronk na een lange hete fietsdag, waarna
ik enigszins aangeschoten onder de douche ging staan.
Van de derde reis blijft mij met vreugde voor de geest: een
watertoren tussen de bomen; een lange rit door de Champagnestreek en Janssen en
Janssens die daar op een van de zeldzame kruispunten op de lange eentonige weg
elk een andere richting aanwezen; een vroege rit over het Vercorsplateau; een werkende
lavendelpers langs de weg; een terras in Aix-en-Provence en, in die stad, ons
bezoek aan het atelier van Cézanne; de rondleiding die Martin in Marseille gaf
en de hartelijke ontvangst door de vrienden van Geert.