2-3 april 2014
Voor mijn reislectuur denk ik nu ook nog aan De autonauten van de kosmosnelweg, een
reisboek van Julio Cortázar, dat onlangs, na een mediamiek pleidooi van
Charlotte Mutsaers, opnieuw werd uitgegeven en waar ik wel benieuwd naar ben:
Cortázar maakt samen met zijn levensgezellin Carol Dunlop met wat wij nu een
mobilhome of kampeerwagen zouden noemen een reis langs de Franse Autoroute du Soleil.
Ze houden halt op elke stopplaats: parkings, airs, benzinestations… en beschrijven daar wat zich aandient. Dit
is een eenvoudig postmodern project, zo op het eerste gezicht, ware het niet
dat beide schrijvers op het ogenblik dat ze die reis maken al zwaar ziek zijn
en weten dat deze gezamenlijke onderneming ook een afscheid is.
Maar misschien moet ik wel helemaal géén lectuur meenemen.
De confrontatie met ‘mezelf’ volledig aangaan en alles op meditatie, nadenken
en schrijven zetten? Ja, waarom zou ik eigenlijk lectuur meenemen op een reis
die toch vooral en zeker in de eerste plaats een reis naar ‘mezelf’ hoort te
zijn – iets waarbij lectuur alleen maar de aandacht kan afleiden van waar het
echt om gaat?
’t Is maar een vraag. Ik zal er nog eens grondig over
nadenken. (Ik kom op nog een titel: Taoïsme
van Patricia de Martelaere.)
Volledig los van lectuur. Als een drankzuchtige die
gedwongen droog staat, of een roker die zonder sigaretten is gevallen en in
geen velden of wegen een plek weet om er te kopen. Niet toevallig grijp ik naar
voorbeelden van verslaving. Ik probeer mij in te denken wat het zou betekenen:
op reis te gaan zonder lectuur. Weg van het infuus dat mij verbindt met het
bodemloos vat van andermans ideeën. Ik zou enkel een eigen vat hebben –
misschien al even bodemloos! –, het vat dat bestaat uit dat ondoorgrondelijke
privéheelal boven en achter mijn ogen, dat stelsel van miljarden cellen en
connecties, dat stervend stelsel van heen en weer stuiterende, inhoud-dragende
en -transporterende moleculen, stof- en vleesgeworden ervaringen en
herinneringen. En het dan daarmee moeten doen. Het met zichzelf laten voeden,
het aan zichzelf laten laven – en op die manier op werkelijk essentiële en
vernieuwende inhoud stuiten.
Niet de gemakkelijke toevlucht van de lectuur die mij
weghaalt uit waarop ik op mijn reis betrokken wens te zijn: de confrontatie met
‘mezelf’ en met datgene wat ik met mijn leven, met de rést van mijn leven, wat
er nog van overblijft, nog wens te doen. Neen, duik niet weg in dat boek, in
die tekst, maar zeg mij wat uw plannen zijn, wat nog uw bijdrage kan en zal zijn.
Zoiets.