31 maart 2014
Als ik de onderneming tot een goed einde wil brengen, moet
ik minstens fit aan de start verschijnen. Ik moet toch minstens een paar
honderd kilometer in de benen hebben. Duizend zou beter zijn, maar dat haal ik
niet meer.
Gisteren heb ik samen met de wielervrienden van de
zondagvoormiddag, de Cartones (zo genoemd naar de man van de fietsreis naar
Rome, de italofiel Rik Carton, die wij schertsend met presidente aanspreken), getraind op de wielerbaan Patrick Sercu,
hier vlakbij, in Assebroek. Het was de eerste keer dat ik op een wielerbaan
reed en ik moet zeggen, het viel me heel erg mee. Eigenlijk zou ik dat elke dag
moeten doen, tussen nu en de 29ste: elke dag een rondje of tweehonderd, mooi in
de benedenbaan, een gelijkmatige snelheid ontwikkelend, ogen gefixeerd op de
witte en rode lijn waartussen ik dan rijd, verstand op nul, kilometers malend,
drie rondjes voor 1 kilometer. Terwijl de anderen naast de baan zaten te
palaveren, bleef ik rustig rondrijden, met een snelheid van tegen de 30 per
uur. Toen we een afvallingskoersje deden, met om de drie ronden een spurt,
bleek dat ik behoorlijk wat conditieachterstand heb in vergelijking met de
anderen. Ik weet dat ik veel beter gekunnen heb, en dat ik ook nu nog een ronde
lang een spurtje van boven de 35 per uur zou moeten kunnen trekken, maar dat
kan ik nu niet.
foto: Dirk Van de Wiele |
’t Zal er op aankomen om zoveel mogelijk kilometers te doen
voor ik vertrek, en ook om toch een paar kilo’s weg te branden want ik weeg er
toch zeker 15 te veel. Daarom ben ik ook vandaag, op mijn vrije maandag, op de
fiets geklommen. Voor een ritje van 70 kilometer. Ik probeerde een mooi tempo
van plusminus 28 per uur aan te houden en dat lukte aardig. Tot ik na 55
kilometer toch even aan de kant moest om uit te blazen. Dat is al bij al niet
zo slecht. In goed tweeënhalf uur legde ik drie vierde van de afstand af die ik
in de eerste week dagelijks hoor af te leggen. Ik weet het wel: met pak en zak
en met een trekfiets waarmee ik geen 20 per uur haal, maar toch, deze eerste
test is hoopgevend. Nu moet ik enkel elk vrij moment benutten om dit soort
ritjes te maken en wie weet kan ik dan toch nog met een betrekkelijk goede
conditie en met iets minder overgewicht mijn reis aanvatten.