29 april 2014
dag 1.5
Het voornemen om telkens wanneer mijn kilometerteller
aangeeft dat ik opnieuw 10 kilometer heb afgelegd een foto te maken, gewoon recht
vooruit, zonder naar mooie of interessante dingen te zoeken, enkel vastleggend waar
ik op dat ogenblik naartoe te fietsen heb, is een goed idee. Het structureert
mijn rit en mijn dag en het ontslaat mij van de ‘verplichting’ om voortdurend
naar ‘mooie’ of ‘interessante’ dingen te speuren. Nu kan ik natuurlijk ook nog
dat soort foto’s maken, maar met de flow
van foto’s die ik op gezette tijd met een volkomen neutraal en registrerend oog
maak, zal ik een impressie overhouden van de veranderende landschappen waar ik
doorheen kom – dit moet als het ware de film van mijn reis worden.
Ik onthoud hiervan dat verlangen om een structuur aan
te brengen in deze dagen, die met hun lengte en fysieke ongemakken fel
op elkaar zullen lijken. En bovendien moet ik hoe dan ook iets van deze
verplaatsingen proberen te bewaren want ik weet al, uit ervaring, dat ik er anders
niets of zeer weinig, hoogstens een vaag beeld van door elkaar waaierende en in
elkaar vervloeiende netvliesimpressies van zal overhouden.