090218 en 090302 – Ik heb er altijd moeite mee gehad om mij voor te stellen wat ‘denken’ is. Vaak denk ik zelfs dat ik het niet kán: denken. Maar het is iets wat je niet kunt verifiëren natuurlijk. Zoals je ook nooit met zekerheid weet of wat je ziet als je ‘rood’ zegt wel ‘rood’ is.
Voor zover ik ‘conceptueel’ weet, lijkt denken zoiets als een ononderbroken, zich volgens een onwrikbare logica ontwikkelend proces. Een stroom van gedachten die naadloos in elkaar haken. Het denken speelt zich af ergens in het hoofd, meerbepaald achter de ogen, in het bovenste en voorste gedeelte van de hersenpan – zo lijkt mij. In elk geval niet in de kaak of de kin, of in het punt waar de schedel op de bovenste nekwervels rust. (Een vreemde gewaarwording, overigens, als je je die bizarre anatomische architectuur probeert voor te stellen.) Ja, het is in mijn hoofd dat ik denk. Met mijn hart denk ik zeker niet. Ook niet met mijn ballen. Misschien zou ik, als ik echt honger zou hebben, wel met mijn maag kunnen denken? Ik weet het niet. Ik denk het eerlijk gezegd niet. Ik denk niet dat je dan nog veel denkt. Zoals je wanneer je pijn hebt ook niet denkt dat je pijn hebt.
Denken als een stroom? Tja. Maar zo denk ik niet. Mijn denken is geen te sturen stroom. Het bestaat veeleer uit oncontroleerbare invallen, die zich niet aan elkaar maar aan iets buiten mij vasthechten. En het denken bestaat uit meer dan uit die invallen alleen. Er zijn ook de alertheid die nodig is om ze waar te nemen en de discipline die nodig is om ze te onthouden. Want zonder memoriseren of opschrijven, verdwijnen die invallen meteen. Ook dat is denken voor mij want in dat bijhouden zet het denkproces zich verder en komen er nieuwe elementen bij. (Zo stel ik nu vast dat wat begon met een vage gedachte op de trein, zich nu al heeft uitgebreid tot een consistente tekst met een zekere omvang, die vol steekt met elementen die absoluut niet aanwezig waren in die eerste steekvlam. En waardoor werd die steekvlam veroorzaakt? Ook dat is interessant. Dat achterhalen zou tot een hele reeks nieuwe associaties kunnen leiden. Ik weet het nu niet, het zal wel iets met de lectuur te maken hebben waarmee ik op dat ogenblik bezig was.)
Geen denken zonder alertheid en discipline. Zonder verhoogde helderheid en concentratie. Op straffe van in een egale grijze schemer te leven.