maandag 6 maart 2006
Vrije meningsuiting (6/6)
Zo ongeveer dacht hij over de Deense cartoonkwesties en over het recht op vrije meningsuiting, en hij overdacht het nog eens en hij was er al bij al een tijdje mee bezig. En hij aarzelde om het op te schrijven omdat het – zo leek het hem – politiek niet erg correct leek. Maar hij schreef het toch op, al was het maar om zijn gedachten over deze ingewikkelde materie te ordenen en om, de volgende keer dat hij een mening zou uiten, bijvoorbeeld over ‘de vrije meningsuiting’, wat steviger in zijn schoenen te staan en zich niet te laten verleiden tot het uit eigen beweging produceren of gewoon gedachteloos reproduceren van obligate en weinig overwogen klanken en kreten – zoals nu zowel zij die de vrije meningsuiting verdedigen als zij die haar aanvallen lijken te doen. ‘Ja, je kunt wel vrij je mening uiten, en misschien heb je wel de vrijheid om het recht daarop te verdedigen – maar dat ontslaat je niet van de plicht om erover na te denken.’ Zo dacht hij. En ook nog: ‘Overigens en a fortiori is sinds het Vlaams Blok de term “vrije meningsuiting” als slogan heeft geadopteerd, voorzichtigheid bij het gebruik ervan so wie so geboden.’