zaterdag 9 juli 2005
45 * 29,56 * 1561
Met de nabeschouwingen op de rit naar Gerardmer op de radio in het oor noordwaarts, tegen een stevige bries in (hopelijk waait die maandag nog steeds uit dezelfde hoek). Hoe de zeer verdienstelijke ritwinnaar Weenink zijn beklag doet over Klöden, die hem de eer niet gunde om als eerste boven te komen op de Schlucht – wat Klöden eigenlijk de rit kost want Weenink weigert natuurlijk om de laatste anderhalve kilometer nog de kop over te nemen… Ik maak nog twee extra rondjes tussen Hoeke en Oostkerke. In dat dorp is de kermis opgesteld, ik zie een – potentiele – mooie foto: een knalrood kraam met op de achtergrond het kloeke volume van de kerk. Opnieuw een aanstormende tractor die pas op het laatste nippertje besluit te vertragen zodat ik de berm in moet – blijkbaar verdragen die kerels echt niet dat er iemand op een racefiets een uurtje vrijaf neemt. De hele terugrit, wind in de rug, rijd ik waar dat kan vier-, vijf- en zesendertig. Aan de manège De Blauwe Zaal moet ik in de remmen voor iemand die met zijn paard aan het leidsel de straat oversteekt. Hoewel ik op geen enkele manier lucht geef aan mijn ergernis daarover (ik had voorrang), hoor ik die kerel tegen zijn vriendin zeggen dat ‘ze’ allemaal ‘zot rijden’. Ik stop en zeg de jongeman dat als hij mij iets te vertellen heeft, dat hij dat dan maar van man tot man moet doen en dat ik overigens helemaal niet zot rijd. Ik vind dat je dat moet doen, er is al meer da genoeg onverdraagzaamheid en als iedereen zwijgt wordt het er zeker niet beter op. Nog een ornitologisch-fotografische waarneming: een ekster in rust op een manshoge paal in tegenlicht.