Je n’en entendis pas davantage, car Mlle Vinteuil, d’un air las, gauche, affairé, honnête et triste, vint fermer les volets et la fenêtre, mais je savais maintenant, pour toutes les souffrances que pendant sa vie M. Vinteuil avait supportées à cause de sa fille, ce qu’après la mort il avait reçu d’elle en salaire.
(I:163)
Meer hoorde ik niet want juffrouw Vinteuil kwam met vermoeide, onhandige, drukdoende, eerlijke en trieste allure de luiken en het raam sluiten. Maar nu wist ik wat mijnheer Vinteuil na zijn dood als vergoeding van haar had ontvangen voor alle kwellingen die hij bij zijn leven door haar toedoen had moeten doorstaan.
Meer hoorde ik niet, want met vermoeide, onhandige, drukdoende, fatsoenlijke en treurige gebaren sloot Mlle Vinteuil de luiken en het raam, maar ik wist nu wat M. Vinteuil, na alle ellende die hij in zijn leven om zijn dochter verdragen had, na zijn dood van haar als beloning ontving.
(C.N. Lijsen I:215)