maandag 22 april 2019

François Ozon, Grâce à Dieu


Sommige recensenten maken hun beklag over de lengte van de film. Wordt met 137 minuten ons geduld niet heel erg op de proef gesteld? Zij schijnen over het hoofd te zien dat Grâce à Dieu (2019) van François Ozon geen gewone verhalende film is (zoals hij ze meestal maakt), maar een docudrama gebaseerd op ware feiten (l’affaire Preynat), waarop, bij de beoordeling, andere criteria van toepassing zijn dan deze die gangbaar zijn voor gewone narratieve films. Overigens zit Ozon de werkelijkheid zo dicht op de huid, dat de trage rechtsgang hem ertoe noopte om tussen film en aftiteling nog een pancarte toe te voegen om kond te doen van de recentste ontwikkelingen.

Grâce à Dieu toont de strijd van een aantal mannen van middelbare leeftijd en iets jonger die als kind misbruikt zijn geweest door een priester. Allen zijn zij, in meer of mindere mate, beschadigd. Zij hebben de gebeurtenissen die zij twintig of dertig jaar eerder hebben moeten ondergaan nog niet verteerd. Zij proberen erkenning te krijgen, roepen lotgenoten op om zich kenbaar te maken, en ijveren – met succes! – voor een verandering van de wetgeving inzake de verjaring van seksuele delicten aangedaan aan minderjarigen.

Het sterke van de film is dat Ozon werkelijk zijn uiterste best doet om de problematiek van alle kanten te belichten. Hij toont hoe slachtoffers op verschillende manieren kunnen reageren, ook overreageren, maar ook hoe hun omgeving bij de strijd kan worden betrokken. Zo kunnen bijvoorbeeld de ouders, die een erg belangrijke rol speelden in wat hun kinderen destijds is overkomen, om niet te zeggen dat ze daar mogelijk bij tekortgeschoten zijn, nu een bijdrage leveren tot de eindelijk op gang gekomen verwerking.

Ozon vertelt het verhaal op een zo rustig en neutraal mogelijke, van alle emoties ontdane manier. Dat kost hem voelbaar moeite. Dit thematiseert hij trouwens door te tonen hoe een van de actievoerders door zijn medestanders tot kalmte moet worden aangemaand: de boodschap wordt er niet duidelijker en efficiënter op indien woede en gekwetstheid erin de bovenhand zouden nemen. Het resultaat is dat wij zeker niet worden meegesleurd in emoties van sympathie met de slachtoffers of afkeer voor de daders. We kijken naar deze personen vanop een schroomvolle afstand. Zo wordt de priester in kwestie voorgesteld als een botte maar ook ongelukkige schlemiel, die wellicht zelf niet ongeschonden is. Belangrijk is dat Ozon niet in de val trapt van het tonen van expliciete beelden. Hij suggereert enkel wat er is gebeurd: in de sacristie, in de doka (waarin het rode licht ongenadig schijnt), in de tent (waarvan de rits een geluid produceert dat verwijst naar het openen van een gulp).

Grâce à Dieu is niet alleen een psychologische film, maar ook een tijdsdocument: we bevinden ons op een scharnierpunt in de geschiedenis van zowel Kerk als seksuele ontvoogding. Eindelijk – en wellicht voor het eerst – worden de misbruiken ontmaskerd en bespreekbaar gemaakt. De macht van het instituut brokkelt af, terwijl de slachtoffers mondiger zijn geworden. Zij worden daarbij geholpen door de sociale media, die een collectieve mobilisatie van gekwetste en precies daardoor geïsoleerde individuen mogelijk maken.

En duurt deze film nu te lang? Neen, geenszins. Mocht het niet misplaatst zijn, ik zou zeggen dat ik mij geen moment heb verveeld. Maar zoiets te zeggen is misplaatst. Wat is 137 minuten in het licht van twintig, dertig, veertig jaar pijn en vernedering?