woensdag 1 februari 2012
schrikkel 026b
Ik was voor de syndicvergadering naar Sijsele gereden, per fiets, en nu kwam ik terug langs het Kasteel van Male en de Brieversweg. Het ging al naar half tien, een gewone maandagavond – nuja, bestaat dat wel, ‘gewone’ maandagavonden? ‘Gewone’ avonden tout court? Ik vind: een avond is zo gewoon als je hem maakt. Ik was op weg naar S., op de Eikenberg, en mijmerde over de reizen die we samen nog zouden maken. En toen hoorde ik achter mij het karakteristieke, aanzwellende, maar voor het overige erg moeilijk te omschrijven maar daarom niet minder herkenbare geluid van een optrekkende stadsbus op een van de uiterwaarden van zijn toer, verkavelingen bedienend. Wedden dat, zo sprak ik mezelf in gedachten toe, er, behalve de chauffeur natuurlijk, niemand op die bus zit? Ik werd voorbijgereden en op de een of andere manier vond ik de melancholie die van die – inderdaad – lege, verkavelingen bedienende en zich in de uiterwaarden van zijn toer bevindende bus uitging zo hevig dat ik opeens vond dat ik dit unieke moment moest vastleggen. Of beter, dat ik dit moment waarvan ik nog niet bevroedde dat het uniek was uniek moest máken. En kijk, daar zwaaide die bus rechtsaf de verkaveling binnen en ik drukte, mee de beweging van de rijdende bus voltrekkend, af. Mijn maandagavond was niet meer gewoon.