maandag 18 oktober 2004

Mijn woordenboek (34)

AANSLAAN
Reclame wakkert het onveiligheidsgevoel aan. Dat zit zo. Er bestaat, althans in het Nederlands, een vreemde verwantschap tussen de woorden aanslaan en aanslag. Een product wordt op de markt gebracht en dan slaat het al dan niet aan. Dat het eerst moet slaan alvorens te verkopen duidt al op iets agressiefs. Er moet eerst een inbreuk worden gepleegd. Waarop? Op de gewoonte waarschijnlijk. Op het niet-aanwezig zijn van de behoefte aan dat product. Of, minder omzichtig geformuleerd, op het besef dat product níet nodig te hebben. Dat besef dient eerst te worden geslecht. Daartoe is een aanslag nodig. Dan pas kan het product in kwestie aanslaan. Een product dat moet aanslaan – en het kan ook een cultuurproduct zijn zoals een film of een deuntje of een boek – is een product dat uit zichzelf niet noodzakelijk is. Dit maakt het product al bij voorbaat verdacht.