woensdag 25 augustus 2004

Mijn woordenboek (19)

AANKNOPINGSPUNT
Veel hangt af van het aanknopingspunt. Stel, je hebt op een receptie iemand gevonden die je kunt aanklampen. Dan ben jij het die moet verzinnen op welke manier je je aanwezigheid kunt rechtvaardigen. Je had uiteraard al iets in gedachten, anders zou je het er niet op hebben gewaagd. Maar nu moet het in woorden worden omgezet: je moet het aanbrengen, zorgvuldig het risico vermijdend meteen te zijn uitgepraat. Want uiteraard gaat het niet om het aanknopingspunt zelf, maar om datgene waartoe dat eventueel kan leiden. Het aanknopingspunt is maar een opstapje naar de hemel van de relatie. Wat is gemeenschappelijk genoeg om een draagvlak te bieden waarop zo’n hemel rusten kan? Wordt wat gemeenschappelijk is in jouw perceptie ook als dusdanig ervaren door die andere? Vreemd overigens, dat je zelf, drager van een beduimeld en met lauwe witte wijn nog half gevuld glas, bij zo’n gelegenheid nooit op zoek gaat naar óók zo iemand met zo’n beduimeld en met lauwe witte wijn nog half gevuld glas. Een receptie bestaat uit mensen die blijven staan en mensen die, schuw, rondlopen. Rondwaren.
Iets anders: je kan ook aanknopen in de tijd. Je ziet iemand terug die je uit het oog was verloren. Ben je er zeker van dat hij (of zij) het, net als jijzelf, nodig vindt om terug aan te knopen, om die twee eindjes levensdraad terug aan elkaar vast te maken zodat er een looptouw ontstaat over een afgrond van ongemeenschappelijkheid? Het aanknopingspunt ligt hier, onvermijdelijk, altijd in het verleden. Maar dat draait al snel uit op gratuite nostalgie. ‘Weet je nog…’; ‘Waar is de tijd?’ Aan dat teruggrijpen is die andere misschien niet toe. Hoe kom je dat te weten? Dat is niet moeilijk. Als die andere in een wijde boog om je heen gaat, is het beter het verleden te laten rusten.
Je krijgt ook met aanknopingspunten te maken bij lectuur. Dan speelt het toeval een rol. Je leest in een boek iets dat je in verband kunt brengen met iets anders in een ander boek. Dat, onder andere, maakt het lezen zo boeiend.
Op de keper beschouwd is het leven vaak niet méér dan een aaneenschakeling van aanknopingspunten. Eindjes draad die worden samengebracht in een knobbelig koord.