Ik heb geen foto van Vinhlong, geen enkele, niet van de tuin, van de rivier, van de rechte, met tamarinden omzoomde avenues, bewijs van de Franse verovering, geen enkele, niet van het huis, van onze slaapkamers die, met de gewitte muren en de grote zwart met gouden bedden, deden denken aan de kamers in een gesticht en die net zoals klaslokalen werden verlicht door het roodachtige licht van de lampen van de avenues (…).
Marguerite Duras, De minnaar, 116