Grote gele bloemen die op chrysanten leken en als sterren door de duisternis schenen, groeiden aan weerskanten van het water. Witte bougainville, steenrood in het halflicht, zo nu en dan een struik met witte klokjes, de klepel omlaag, die op hen afsprong, en op gezette tijden een op een boom gespijkerde aanwijzing, een afgeknotte, verweerde pijl met de nauwelijks zichtbare woorden a la Cascada –
Malcolm Lowry, Onder de vulkaan, 361-362