vrijdag 6 februari 2009
Dag 526 vVH&C
090125 – Wat een mooie, wat een gruwelijke tekst, Genesis. Het scheppingsverhaal is onovertroffen. De stambomen weerklinken als melodieuze litanieën. Maar vrouwonvriendelijkheid is troef. En wat een horror is dat offerverhaal waarin Abraham wordt verzocht zijn godsvrucht te bewijzen door op een berg zijn zoon Isaak in brand te steken? Hij krijgt het bevel en mort niet. Dan laat hij zijn zoon nog zelf het brandhout naar boven takelen ook. Abraham liegt effenaf wanneer Isaak hem vraagt waar het offerdier is: God zal er wel voor eentje zorgen. En hij doet het, hij zoekt geen toevlucht in insubordinatie. Hij maakt wel degelijk aanstalten om zijn zoon de keel af te snijden, te ‘slachten’. Een late engel belet hem de moord. Een domme ram is met zijn horens in het struikgewas verstrikt geraakt – die kan dienen als slachtoffer van dienst. God is verguld met zoveel trouw en belooft Abraham een flink nageslacht. Van slachtofferhulp of enige psychologische bijstand van de schier geofferde Isaak is geen sprake.