zondag 31 augustus 2008
38 * 28,21 * 1930
In het kanaal drijft het kadaver van een uit de kluiten gewassen grijs-bruine vogel, ik denk een mantelmeeuw. Enkel de romp is zichtbaar, de kop bevindt zich onder de waterspiegel. Eerst denk ik aan zoiets als een grondelende eend, maar het beest blijft onbeweeglijk dobberen en is dus kennelijk dood. Kan een meeuw zwemmend sterven? Kan een meeuw uit de lucht dood in het water vallen en vervolgens, door zijn lichter soortelijk gewicht, blijven drijven? Onbeantwoorde vragen begeleiden mij naar Oudenburg, dat ik omwille van de windrichting als keerpunt uitverkies. Van daaruit gaat het naar Ettelgem, waar ik in een tijdrit voor veteranen terechtkom. In de tegenovergestelde richting zwoegen gezette lichamen op volle wielen tegen de wind in richting aankomst. Ik hoor voor het eerst het geluid van een vol wiel! Terug bij het kanaal zie ik hoe onder de aanzettende wolken een jumbo zich opmaakt voor zijn landing in Oostende. Ik steek een fietser voorbij met op zijn gele T-shirt in groene letters: ‘Ettelgem leeft’! Het laatste stuk leg ik opnieuw op de kanaaloever af: ik heb met mijn parcours een gespiegelde P beschreven, of een liggende ongespiegelde b, zo u wil, waarbij het been van die b naar het oosten wijst en het oog het rondje in Oudenburg en Ettelgem voorstelt. Aan het Waggelwater kom ik nog A. en P. tegen, die Chips aan het uitlaten zijn.