080722 en 080801 – De memoires van Man Ray, in het Nederlands vertaald als Belicht geheugen, dat is geen grote literatuur, verre van. Maar ik mag het wel graag lezen omwille van de petites histoires van grands artistes, en ook omdat Ray, in zijn soort van naïviteit, een gezonde kijk op de dingen, en op kunst, blijkt te hebben: met schijnbaar ondoordachte paradoxen ondergraaft hij menig idée reçue. Zo heeft hij bijvoorbeeld altijd gezegd dat fotografie geen kunst is (Ray geldt als een van de belangrijke fotografen van de 20ste eeuw). Maar onder druk van zijn omgeving is hij wel ‘bereid’ om zijn standpunt een beetje aan te passen. En dus zegt hij: ‘Kunst is geen fotografie’. Dat suggereert, mits wat denkwerk bij de lezer, een heel andere waarheid!
Ook de volgende anekdote is mooi – en ik moest daarbij denken aan mijn bezoek aan de ‘zaal met voorstudies’ van het Reina Sofia in Madrid, de zaal met de ‘voorbereidende’ tekeningen voor de Guernica van Picasso. Ray, die bij het totstandkomen van dit meesterwerk op de eerste rij zat, vertelt hoe Picasso meteen op het grote formaat begon te tekenen en zijn ontwerp voortdurend wijzigde. Dat het dus niet zo is dat hij eerst een reeks tekeningen maakte op kleiner formaat, om vervolgens deze ‘voorstudies’ naar het grote, definitieve formaat over te brengen. (Dora Maar heeft de verschillende fases van het grote ontwerp gefotografeerd – het zijn vooral haar foto’s die, ook in het Reina Sofia tentoongesteld, een idee geven van hoe de Guernica is tot stand gekomen.) De tekeningen, die wij nu spontaan geneigd zijn voor voorstudies te houden, zijn, aldus Man Ray, pas achteraf tot stand gekomen.