080815, 080828 en 080830 – De tentoonstelling ‘Regarde de tous tes yeux, regarde’ over de relatie tussen de hedendaagse kunst en Georges Perec in het Musée des Beaux Arts in Nantes gaat over het arbitraire, neurotische, ludieke, dwangmatige, poëtische uiteindelijk van elke ordening – een gegeven dat mij natuurlijk zeer na aan het hart ligt (adepten van deze blog begrijpen mij) en dat Perec briljant aan het licht heeft gebracht: voor zover ik er zicht op heb want ik heb lang niet alles gelezen, is zijn hele oeuvre (grotendeels) gebaseerd op de stelregel dat creativiteit ontstaat door zichzelf een beperking op te leggen. (Elke ordening is een beperking, een inperking van de realiteit.) Regarder de tous ses yeux betekent, ‘zo bekeken’, niets anders dan kijken naar de werkelijkheid als naar een geheel dat op verschillende, talloze, oneindig veel manieren kan worden geordend.
Let op het gebruik van de werkwoorden croire en penser in het volgende citaat:
…nous oscillons entre l’illusion de l’achevé et le vertige de l’insaisissable. Au nom de l’achevé, nous voulons croire qu’un ordre unique existe qui nous permettrait d’accéder d’emblée au savoir ; au nom de l’insaisissable, nous voulons penser que l’ordre et le désordre sont deux mêmes mots désignant le hasard.
[Mijn vertaling: …wij worden heen en weer geslingerd tussen de illusie van het voltooide en de duizeling van het ongrijpbare. In naam van het voltooide willen wij geloven dat er slechts één orde bestaat op basis waarvan wij een rechtstreekse toegang tot het weten zouden hebben; in naam van het ongrijpbare willen wij denken dat orde en wanorde twee identieke woorden zijn om het toeval te benoemen.]
Georges Perec, Penser/Classer, Paris (Seuil) 2003, 41