vrijdag 2 mei 2008

Dag 247 vVH&C

080422 – Wat zielig eigenlijk: dagen van op voorhand wordt er gespeculeerd: wat als Standard kampioen wordt? Hoe zal het gevierd worden? Hoeveel mensen zullen er in de straten van Luik samenkomen? Een uur voor de wedstrijd staat een reporter al de sfeer te peilen. ’t Is een beetje mak: iedereen staat braaf in de rij voor de loketten. Enzovoort. En dan is het zover, Standard ís kampioen, en dan moet er toch iets worden getoond. En ja hoor, dan krijg je die stoet gênante beelden: dronkemannen die zwalpen door de Luikse straten, auto’s beschadigen, tegen palen zeiken. Standard Champion!, lallen ze. Tof hoor, die feestvreugde.

*

Hoe kan een land met een meer dan tweeduizend jaar oude, hoogstaande cultuur; een land dat bol staat van levenskunst; een mooi land met een mooie taal en mooie mensen; een land met een stevige linkse traditie, een land waar de sociaal-realistische film is uitgevonden, en kunststromingen zoals het futurisme zijn tot stand gekomen – geen linkse kunststroming, zeker niet, maar dan toch een kunststroming; een land met steden die nog altijd tot de mooiste van de wereld behoren en waar de klassieke, de Romaanse, de renaissancistische, de classicistische, de moderne bouwkunst tot hoogtepunten in de wereldarchitectuur hebben geleid – hoe kan zo’n land een man verkiezen die op zo’n manier zijn tanden blootlacht dat hier, bij ons, de eerste de beste uit de Vlaamse boerenklei ontsproten dorpsgek zijn fiets niet zou toevertrouwen aan een fietsenmaker als die op diezelfde manier zou lachen.