donderdag 22 mei 2008
32 * 28,94 * 921
Na drie kilometer begin ik ze al te tellen: de kilometers, de hectometers. Wat saai, dat eind naar Zandvoorde. Tijd voor innovatie! Aan Nieuwege-brug naar rechts, dus. Over de betonbaan. Het pek tussen de voegen is zo oncomfortabel opgehoogd dat de barsten wel erg diep moeten zijn geweest om van een verbetering te kunnen spreken. Stalhille. Ik volg een eindje de Oostendse Steenweg richting Brugge. Sla linksaf, de kasseibaan op richting Zuienkerke. Tweeënhalf kilometer, misschien wel twee sterren in Paris-Roubaix. Ik ben, achtereenvolgens: De Vlaeminck, Museeuw, Boonen; handen bovenop het stuur, tempo bewaren. Ik voel ze niet! (Ik voel ze wél.) Die idiote Eurovisie-inzending rammelt door m’n kop. Ja, natuurlijk moet België blijven meedoen – al was het maar om de homo’s een plezier te doen. Ik haal nog 25. Einde kasseistrook. In een garage van een huis in aanbouw zie ik een groot Champion’s League-reclamepaneel. Plannen voor fotoreeksen gaan door mijn hoofd. Voor Zuienkerke sla ik rechtsaf, ik kom op onverkend terrein. Het noorden kwijt, tot ik in de verte, waar ik het helemaal niet verwachtte, het A.Z. Sint-Jan zie opdoemen. Langs Meetkerke terug. Het smalle grindpad langs het kanaaltje. Een konijn loopt voor me uit, achtervolgd door een mus. Ik achtervolg een mus. Aan het kapelletje bij de brug, dat nog dieper lijkt te zijn weggezakt (vastleggen voor het vergaat) een rechts-linkse combinatie. Een Jeep houdt halt om me te laten passeren. Hoffelijke suv’s bestaan ook, blijkbaar. Een ondercategorie.