Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde.
Toen gij schreeuwde en uw vel beefde
Vatten mijn beenderen vuur.
[…]
Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.
In mij vergaat uw leven wentelend, gij keert
Niet naar mij terug, van u herstel ik niet.
Hugo Claus, eerste en laatste strofe van ‘De moeder’, in Oostakkerse Gedichten, in Gedichten 1948-1993 (De Bezige Bij, 1994), 192