zondag 27 mei 2007

76 * 30,23 * 369

Ik sleep me naar het vertrekpunt aan de aanlegsteiger van de Lamme Goedzak en wordt daar, zoals steeds die enkele keren dat ik het voorbije jaar heb meegereden, met vriendelijk enthousiasme onthaald door het kleurige, gezonnebrilde en gehelmde groepje. (Hoewel, kleurig: de belangrijkste kleuren in onze outfits zijn grijs en zwart. Ikzelf sta er met mijn donkerblauw nog het fleurigst bij. Reclame voeren we – met zeer terechte trots – voor geen enkele firma.) Ik ben hier voor nog eens een rit met de wielervrienden van de zondagvoormiddag. (Ja, hoe noemt jullie groepje eigenlijk, had P’s dochter gevraagd, vertelde hij op het terras van het café in Hoeke waar we op de terugweg, volgens R, zaten te stinken. Er is geen naam. De naam is: wielervrienden van de zondagvoormiddag.) Ik vrees bij het vertrek het ergste voor de rit naar-Breskens-en-terug, voorzie stilletjes om ergens ter hoogte van Sluis rechtsomkeert te maken, maar tot mijn eigen grote verbazing rijd ik een groot deel van de afstand met 33 per uur aan kop, en weet ik in het terugkeren, tegen de wind in, goed stand te houden in de buik en vervolgens de staart van ons pelotonnetje. Alleen het laatste stuk na het al vermelde oponthoud in Hoeke, wanneer P stevig doortrekt, wordt het voor mij lastig om mijn inmiddels toch veel beter getrainde kompanen te kunnen blijven volgen.